ECLI:NL:GHARN:2000:AA7451
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslag parkeerbelasting en de voorwaarden voor onmiddellijk lossen van goederen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 25 september 2000, betreft het een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende X. De naheffingsaanslag was opgelegd voor het parkeren van het voertuig met kenteken aa-bb-11 op de Boulevard 1945 te Enschede op 23 juni 1999 om 12.18 uur. Belanghebbende stelde dat hij het voertuig daar had neergezet om vis te lossen en dat hij geen belasting verschuldigd was omdat hij slechts een korte tijd nodig had om te lossen.
Het Hof overwoog dat volgens de wet geen parkeerbelasting verschuldigd is voor het laten staan van een voertuig gedurende de tijd die nodig is voor het onmiddellijk lossen van zaken. Het Hof definieerde 'onmiddellijk lossen' als het uitladen van zaken direct na het tot stilstand brengen van het voertuig. Belanghebbende had in zijn bezwaarschrift aangegeven dat hij zijn bus altijd daar parkeerde om te lossen en dat dit niet langer dan 10 minuten duurde. Echter, de ambtenaar van de gemeente Enschede voerde aan dat de controleur al enkele minuten voor het opleggen van de naheffingsaanslag in de nabijheid van het voertuig was en dat er geen activiteiten van laden en lossen waren waargenomen.
Het Hof concludeerde dat, gezien de tijdsduur tussen 12.18 uur en 12.30 uur, het aannemelijk was dat het voertuig langer dan 10 minuten op de parkeerplaats had gestaan. Dit betekende dat er geen sprake was van 'onmiddellijk lossen' in de zin van de wet. Het beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard en het Hof bevestigde de uitspraak van de ambtenaar. Er werden geen proceskosten aan belanghebbende opgelegd, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling.
De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. drs. F.J.P.M. Haas, lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van griffier mr. A. Vellema. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen verzoeken om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.