ECLI:NL:GHARN:2000:AA7450
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting en de voorwaarden voor onmiddellijk lossen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 25 september 2000, betreft het een beroep van X B.V. tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Enschede. De naheffingsaanslag was opgelegd voor het parkeren van een voertuig met kenteken aa-bb-11 op de Kuipersdijk te Enschede op 8 juli 1999. De belanghebbende stelde dat het voertuig daar slechts was neergezet voor het onmiddellijk lossen van zaken, in dit geval 50 brieven en twee dozen. De mondelinge behandeling vond niet plaats, omdat partijen schriftelijke toestemming hadden gegeven voor een schriftelijke behandeling.
Het Hof overwoog dat de stukken van het geding, waaronder het beroep- en vertoogschrift, conclusies van re- en dupliek, en aanvullende conclusies, zorgvuldig waren bestudeerd. De belanghebbende had onvoldoende bewijs geleverd dat de poststukken van zodanige omvang of gewicht waren dat deze bezwaarlijk anders dan per voertuig konden worden aangevoerd. Het Hof benadrukte dat de last om aannemelijk te maken dat er sprake was van onmiddellijk lossen op de belanghebbende rustte. De stelling van de belanghebbende dat de stukken niet door een brievenbusopening zouden passen, werd als onvoldoende beschouwd.
Het Hof concludeerde dat, zelfs als de stelling van de belanghebbende waar zou zijn, er geen bewijs was dat voldaan was aan de voorwaarden voor onmiddellijk lossen. De verzoeken om getuigen te horen werden afgewezen, omdat de betrokken natuurlijke personen onbekwaam waren om als getuige op te treden in belastingzaken. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak waarvan beroep bevestigd. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling.