ECLI:NL:GHARN:2000:AA7298
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- E.M. van Hoorn
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen WOZ-beschikking en niet-ontvankelijkheid van het bezwaar
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 10 augustus 2000, betreft het een bezwaar van X B.V. tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Ede. De belanghebbende had op 12 mei 1999 bezwaar ingediend tegen de beschikking van 29 april 1998, maar overschreed de wettelijke termijn van zes weken voor het indienen van een bezwaarschrift. Het Hof oordeelt dat de termijn ruimschoots is overschreden, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
Het Hof overweegt dat de niet-ontvankelijkverklaring achterwege kan blijven indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. De vertegenwoordiger van de belanghebbende stelde dat de WOZ-beschikking aan haar had moeten worden toegezonden, maar het Hof oordeelt dat de ambtenaar volstond met toezending aan degene die aan het begin van het tijdvak het genot van de onroerende zaak had.
De belanghebbende had van 21 juli 1994 tot en met 24 december 1999 het recht van erfpacht op de onroerende zaak, en de beschikking was terecht verzonden naar het adres van de belanghebbende. Het Hof concludeert dat de belanghebbende niet kan worden vrijgesteld van verzuim bij de overschrijding van de bezwaartermijn.
Uiteindelijk bevestigt het Gerechtshof de uitspraak van de ambtenaar en verklaart het beroep ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen, en de uitspraak wordt openbaar uitgesproken door mr. Lamens, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mw. mr. Van Hoorn als griffier.