ECLI:NL:GHARN:2000:AA7211
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M. van Schie
- R. den Ouden
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot verzekering ingevolge de Ziekenfondswet en voorlopige voorziening
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 8 augustus 2000, stond de vraag centraal of de Inspecteur van de Belastingdienst terecht had verklaard dat de belanghebbende verplicht verzekerd was ingevolge de Ziekenfondswet. De belanghebbende, die niet verschenen was op de zitting, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Inspecteur. De mondelinge behandeling vond plaats in aanwezigheid van de fungerend president, mr. P.M. van Schie, en griffier mr. R. den Ouden.
De President van het Gerechtshof oordeelde dat de financiële gevolgen van de verplichting tot verzekering voor de belanghebbende niet van zodanige aard waren dat deze nopen tot het treffen van een spoedeisende voorziening. De President wees erop dat, mocht de belanghebbende in de bodemprocedure in het gelijk worden gesteld, artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid biedt om schadevergoeding te vragen aan de Staat der Nederlanden.
Gelet op deze overwegingen werd het verzoek van de belanghebbende tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De President achtte bovendien geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag, 8 augustus 2000, te Arnhem, door mr. P.M. van Schie, in tegenwoordigheid van mr. R. den Ouden als griffier. Afschriften van de uitspraak zijn op 14 augustus 2000 aangetekend verzonden.