ECLI:NL:GHARN:2000:AA6945

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
28 juni 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/2411
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Lamens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de waarde van onroerende zaak in WOZ-zaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 28 juni 2000, stond de waarde van een onroerende zaak centraal. De belanghebbende, een eigenaar van een woning aan de a-straat 1 te Z, had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van de gemeente P, die de waarde van zijn woning op 220.000 gulden had vastgesteld per 1 januari 1995. De belanghebbende was van mening dat de waarde lager moest zijn, namelijk 219.000 gulden. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juni 2000, geleid door raadsheer mr. Lamens, werd de zaak besproken in aanwezigheid van de ambtenaar van de gemeente en de belanghebbende zelf.

De ambtenaar had ter ondersteuning van zijn standpunt een taxatierapport overgelegd, waarin de waarde van de woning werd onderbouwd. De belanghebbende had echter geen tegenrapport of vergelijkbare gegevens overgelegd om zijn standpunt te onderbouwen. Tijdens de zitting werd duidelijk dat er een poging was gedaan om tot een compromis te komen, maar deze was mislukt vanwege een verschil van 1.000 gulden tussen de partijen. De taxateur die ter zitting aanwezig was, kon niet overtuigend maken dat de waarde hoger dan 220.000 gulden zou moeten zijn, gezien de marges die bij dergelijke waardebepalingen gebruikelijk zijn.

Het Gerechtshof oordeelde uiteindelijk dat de waarde van de woning per 1 januari 1995 moest worden vastgesteld op 219.000 gulden, waarmee het beroep van de belanghebbende gegrond werd verklaard. De uitspraak van de gemeente werd vernietigd, en de ambtenaar werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, die op 30 gulden werden vastgesteld. Tevens werd de ambtenaar gelast om het door de belanghebbende betaalde griffierecht van 80 gulden te vergoeden. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Lamens, in aanwezigheid van griffier N.Th. Wagener.

Uitspraak

nw
Gerechtshof Arnhem
zesde enkelvoudige belastingkamer
nr. 98/2441
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
ambtenaar : het hoofd van de afdeling Financiën van de gemeente P
aangevallen beslissing : uitspraak van 23 april 1998 op bezwaar
WOZ-beschikking : d.d. 31 maart 1997
peildatum/tijdvak : 1 januari 1995/1 januari 1997 tot en met 31 december 2000
mondelinge behandeling : op 14 juni 2000 te Arnhem door mr. Lamens, raadsheer, in tegenwoordigheid van Wagener als griffier
waarbij verschenen : belanghebbende en de ambtenaar
Gronden:
1 De waarde van de onderhavige onroerende zaak - het tot woning dienende pand a-straat 1 te Z - wordt bepaald op de waarde die aan deze onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Daarbij geldt als waardepeildatum 1 januari 1995 (artikelen 17 en 18 van de Wet waardering onroerende zaken, hierna: de Wet).
2. De ambtenaar heeft ter ondersteuning van zijn standpunt een taxatierapport overgelegd. Volgens dit rapport is de waarde van de onroerende zaak beoordeeld naar het prijspeil op 1 januari 1995 ƒ 220.000.
3. Belanghebbende heeft van zijn kant geen taxatierapport of gegevens van gelijk gewicht overgelegd.
4. Uit de stukken blijkt, dat partijen voorafgaand aan de mondelinge behandeling van het beroep hebben geprobeerd een compromis te bereiken over de tussen hen in geding zijnde waarde, maar dat deze poging op een verschil van ƒ 1000 is stukgelopen: de ambtenaar heeft volhard bij de door hem bij de bestreden uitspraak verminderde waarde tot ƒ 220.000, waar belanghebbende een waarde van ƒ 219.000 voor ogen is blijven staan. Partijen hebben ter zitting hun wederzijdse standpunt, uitkomend op evenvermeld verschil, wederom bevestigd.
5. De ter zitting verschenen taxateur heeft het Hof desgevraagd meegedeeld, dat zij niet aannemelijk kan maken dat de waarde - gelet op bij waardebepalingen als deze nu eenmaal onontkoombaar in acht te nemen marges niet ƒ 219.000 maar wel ƒ 220.000 zou moeten bedragen.
6. Het hiervoor onder 4. en 5. overwogene brengt het Hof tot het oordeel, dat de waarde van belanghebbendes woning per 1 januari 1995 moet worden verminderd tot ƒ 219.000.
7. Het beroep van belanghebbende is gegrond. De uitspraak waarvan beroep moet derhalve worden vernietigd.
Proceskosten
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten fiscale procedures te berekenen op ƒ 30 aan reis- en verblijfkosten.
Beslissing:
Het Gerechtshof
vernietigt de bestreden uitspraak.;
vermindert de bovenvermelde waarde tot ƒ 219.000;
veroordeelt de ambtenaar in de aan de zijde van belanghebbende opgekomen proceskosten tot een bedrag van ƒ 30, te vergoeden door de gemeente P;
gelast de ambtenaar aan belanghebbende het door deze betaalde griffierecht ad ƒ 80 te vergoeden.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2000 door mr. Lamens, raadsheer, lid van de zesde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van Wagener als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(N.Th. Wagener) (J. Lamens)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 4 juli 2000
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak het Gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Van de verzoeker wordt een griffierecht van ¦ 150,-- geheven.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het Gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.