ECLI:NL:GHARN:2000:AA6539
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.J. Matthijssen
- F.J.P.M. Haas
- Kooijmans
- Rechtspraak.nl
Belastingaftrek pensioenbijdrage door directeur-grootaandeelhouder
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 5 april 2000, stond de aftrekbaarheid van een pensioenbijdrage centraal. De belanghebbende, directeur en groot-aandeelhouder van de besloten vennootschap A B.V., had in zijn aangifte over het jaar 1996 een bijdrage van ƒ 285.642 als pensioenbijdrage in aftrek gebracht. Deze bijdrage was voortgekomen uit een beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders van de B.V. op 12 mei 1998, waarin werd besloten de pensioenreserve aan te passen en de bijdrage te verhalen op de directeur-verzekerde. De inspecteur van de Belastingdienst betwistte de aftrekbaarheid van deze bijdrage, stellende dat de vordering pas in 1998 was ontstaan en dat er geen sprake was van een inhouding in 1996 zoals bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964.
Het Hof oordeelde dat de vordering van de B.V. op de belanghebbende pas was ontstaan als gevolg van de beslissing van de algemene vergadering in 1998. Hierdoor was de bijdrage niet aftrekbaar in 1996, omdat deze niet voldeed aan de voorwaarden van de wet. Het Hof bevestigde het standpunt van de inspecteur dat er geen mogelijkheid bestond om de bijdrage bij het bepalen van het inkomen over 1996 in aftrek te brengen, ook al werd er rente berekend over het bedrag van de bijdrage met ingang van 1996. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.
De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, in tegenwoordigheid van mr. Van Hoorn als griffier. De belanghebbende en de inspecteur waren aanwezig tijdens de mondelinge behandeling op 22 maart 2000.