ECLI:NL:GHARN:2000:AA6536
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- Rechtspraak.nl
Toepassing van handelaarskentekenregeling en naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 29 maart 2000, stond de toepassing van de handelaarskentekenregeling centraal. De belanghebbende, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV, had een naheffingsaanslag ontvangen van de Belastingdienst met betrekking tot motorrijtuigenbelasting. De naheffingsaanslag was gebaseerd op een controle die op 8 september 1997 had plaatsgevonden, waarbij een personenauto met handelaarskenteken werd aangetroffen. De bestuurder van het voertuig verklaarde dat hij zijn zoontje had opgehaald tijdens een proefrit, wat leidde tot de vraag of het gebruik van het voertuig in overeenstemming was met de voorwaarden van de handelaarskentekenregeling.
Het Gerechtshof oordeelde dat het gebruik van het voertuig voor het ophalen van een kind niet voldeed aan de eisen van de handelaarskentekenregeling, die vereist dat het voertuig uitsluitend voor bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt. De Inspecteur had aannemelijk gemaakt dat de belanghebbende niet voldeed aan deze voorwaarden, en de naheffingsaanslag werd bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende geen recht had op kwijtschelding van de verhoging van de belasting, en dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was.
De uitspraak benadrukt het belang van de strikte naleving van de voorwaarden voor het gebruik van handelaarskentekens en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De beslissing van het Gerechtshof werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier mevrouw Vermeulen-Post. De belanghebbende werd in de proceskosten niet-ontvankelijk verklaard, en het Hof bevestigde de eerdere uitspraak.