ECLI:NL:GHARN:2000:AA6324
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting door het Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 maart 2000 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, aangeduid als X, had bezwaar aangetekend tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Zwolle. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat X op 8 juni 1999 om 9.40 uur met het voertuig met kenteken aa-bb-11 had geparkeerd zonder de verschuldigde parkeerbelasting te hebben voldaan. X stelde dat zij onvoldoende kleingeld had en eerst geld moest wisselen om een parkeerticket te kunnen kopen. Het Gerechtshof oordeelde dat het wisselen van geld niet valt onder de handelingen die nodig zijn om aan de verplichting tot betaling van de parkeerbelasting te voldoen. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, ongeacht het feit dat X om 9.48 uur een parkeerticket had gekocht en dit ticket direct aan de parkeercontroleur had getoond. Het Hof oordeelde dat het beroep van X ongegrond was en bevestigde de uitspraak waarvan beroep. Tevens werd er geen kostenveroordeling opgelegd, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een dergelijke veroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. drs. F.J.P.M. Haas, lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van griffier N.Th. Wagener.