ECLI:NL:GHARN:2000:AA5997

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
15 februari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98-03763
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aftrekbaarheid van premies voor risicoverzekering in het kader van de inkomstenbelasting

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 15 februari 2000, stond de aftrekbaarheid van premies voor een risicoverzekering ter financiering van een eigen woning centraal. De belanghebbende had een hypothecaire geldlening afgesloten en een risicoverzekering afgesloten ter dekking van deze lening. De Inspecteur van de Belastingdienst had in de uitspraak op bezwaar tegen de aanslag inkomstenbelasting over het jaar 1996 de aftrek van de betaalde premies voor de risicoverzekering afgewezen. De belanghebbende was niet verschenen op de mondelinge behandeling, hoewel hij daartoe wettelijk was opgeroepen.

Het Hof oordeelde dat volgens artikel 42a, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 alleen bepaalde kosten, lasten en afschrijvingen in aanmerking komen bij het bepalen van de zuivere inkomsten van een eigen woning. De Inspecteur had terecht het standpunt ingenomen dat de premies voor de risicoverzekering niet aftrekbaar waren, ook al maakte het afsluiten van de verzekering deel uit van de hypothecaire voorwaarden. Het Hof wees erop dat de eerdere uitspraak op bezwaar over het jaar 1995, waarin de aftrek van de premies wel was toegestaan, geen rechtvaardiging bood voor het vertrouwen van de belanghebbende dat deze aftrek ook voor het jaar 1996 mogelijk zou zijn.

Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde de uitspraak waarvan beroep. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. drs. F.J.P.M. Haas, in tegenwoordigheid van de griffier mr. W.J.N.M. Snoijink. De belanghebbende had de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal schriftelijk te verzoeken om vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke, waarvoor griffierecht verschuldigd was.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
Zevende enkelvoudige belastingkamer
nr. 98/03763
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
ambtenaar : de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen P
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar tegen de aanslag
soort belasting : inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
jaar : 1996
mondelinge behandeling : op 1 februari 2000 te Arnhem door mr. drs. F.J.P.M. Haas, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. Snoijink als griffier
waarbij verschenen : de Inspecteur
waarbij niet verschenen : belanghebbende, hoewel opgeroepen overeenkomstig de wet
gronden:
1. Belanghebbende is ter financiering van zijn eigen woning een hypothecaire geldlening aangegaan. Ter dekking van deze lening heeft hij een risicoverzekering afgesloten.
2. Ingevolge artikel 42a, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (voor zover hier van belang) worden bij het bepalen van de zuivere inkomsten van een eigen woning als kosten, lasten en afschrijvingen uitsluitend in aanmerking genomen renten van schulden, kosten van geldleningen en periodieke betalingen ingevolge de rechten van erfpacht, opstal of beklemming.
3. De Inspecteur neemt derhalve terecht het standpunt in dat aftrek van de voor de risicoverzekering betaalde premies niet mogelijk is. Hieraan doet niet af dat het afsluiten van de verzekering deel uitmaakt van de hypothecaire voorwaarden.
4. De omstandigheid dat bij de uitspraak op bezwaar inzake de aan belanghebbende opgelegde aanslag over het jaar 1995 de aftrek van de premies wel is toegestaan, rechtvaardigt in dezen niet een in rechte te honoreren vertrouwen dat die aftrek ook over het onderhavige jaar mogelijk was nu vorenbedoelde uitspraak op bezwaar eerst is gedaan op 16 oktober 1998, derhalve pas nadat op 6 oktober 1998 in de onderhavige zaak uitspraak is gedaan.
5. Het beroep is ongegrond.
proceskosten:
Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het Hof geen termen aanwezig.
beslissing:
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak waarvan beroep.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2000 te Arnhem door mr. drs. F.J.P.M. Haas, raadsheer, lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Snoijink als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van voormelde kamer,
(W.J.N.M. Snoijink) (F.J.P.M. Haas)
Afschriften aangetekend per post verzonden op: 25 februari 2000
Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal van deze uitspraak het Gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Van de verzoeker wordt een griffierecht geheven van ƒ 150,-.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het Gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.