ECLI:NL:GHARN:2000:AA5916

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
17 februari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/01747
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.J. Matthijssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardebepaling onroerende zaak en belastingheffing door gemeente

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 17 februari 2000, betreft het een geschil over de waardebepaling van een onroerende zaak, gelegen aan de a-weg 1 te Z, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. De belanghebbende, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had bezwaar aangetekend tegen de waardebeschikking die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten was afgegeven. De waardebeschikking betrof de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000, waarbij de waarde van de onroerende zaak door de Ambtenaar was vastgesteld op ƒ 185.000,-, gebaseerd op een taxatierapport van 7 augustus 1998.

Tijdens de mondelinge behandeling op 3 februari 2000 in Harderwijk, onder leiding van raadsheer T.J. Matthijssen, werd de waarde van de woning door de belanghebbende betwist. De belanghebbende stelde dat de woning ten tijde van de aankoop in januari/februari 1995 een uitgeleefde indruk maakte en dat hij zelf veel aan de woning had gedaan. Hij verdedigde een waarde van ƒ 167.500,-, ondersteund door een eigen taxatierapport.

Het Hof oordeelde dat de Ambtenaar niet voldoende bewijs had geleverd voor de door hem verdedigde waarde. Het Hof gaf de voorkeur aan de door de belanghebbende betaalde aankoopprijs van ƒ 175.000,-, waarbij het Hof opmerkte dat de werkzaamheden die de belanghebbende na de aankoop had verricht, mogelijk de reden waren voor het verschil met de gemeentelijke taxatie.

Het beroep van de belanghebbende werd gedeeltelijk gegrond verklaard. De uitspraak van de Ambtenaar werd vernietigd, de vastgestelde waarde werd verlaagd tot ƒ 175.000,-, en de Ambtenaar werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende, alsook het griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Matthijssen, in aanwezigheid van griffier mevrouw Vermeulen-Post.

Uitspraak

IV
Gerechtshof Arnhem
vierde enkelvoudige belastingkamer
nr. 98/01747
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : *X
te : *Z
ambtenaar : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten (hierna: de Ambtenaar)
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift tegen waardebeschikking
(artikel 22 Wet waardering onroerende-zaken)
tijdvak : van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000
mondelinge behandeling : 3 februari 2000 te Harderwijk door mr Matthijssen, raadsheer, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier
waarbij verschenen : de gemachtigde van belanghebbende, alsmede de Ambtenaar
gronden:
1. De waarde van de onderhavige onroerende zaak - het tot woning dienende pand *a-weg 1 te *Z - wordt bepaald op de waarde die aan deze onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Daarbij geldt als waardepeildatum 1 januari 1995 (artikelen 17 en 18 van de Wet waardering onroerende zaken, hierna: de Wet).
2. De Ambtenaar heeft ter ondersteuning van zijn standpunt een taxatierapport d.d. 7 augustus 1998 overgelegd. Volgens dit rapport is de waarde van de onroerende zaak a-weg 1 te *Z, beoordeeld naar het prijspeil op 1 januari 1995, ¦ 185.000,-.
3. Belanghebbende wijst van zijn kant op de door hem voor de woning betaalde koopprijs (¦ 175.000,- in januari/februari 1995). In beroep verdedigt belanghebbende, naar het Hof verstaat, een waarde per 1 januari 1995 van ¦ 167.500,-. Hij heeft voorts een taxatierapport overgelegd. Belanghebbende stelt dat zijn woning ten tijde van de aankoop een uitgeleefde indruk maakte en dat hij zelf, als bouwvakker, veel aan de woning heeft gedaan.
4. Het Hof is van oordeel dat de Ambtenaar met hetgeen hij aanvoert de door hem verdedigde waarde niet aannemelijk maakt. Het Hof geeft er in dit geval de voorkeur aan voor de waardebepaling aansluiting te zoeken bij de in feite door belanghebbende betaalde aankoopprijs. Een mogelijke verklaring voor het verschil met de gemeentelijke taxatie kan gevonden worden in de door belanghebbende, na de aankoop, verrichte werkzaamheden.
5. Het beroep van belanghebbende is gedeeltelijk gegrond.
proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten fiscale procedures te berekenen op ¦ 35,- aan reis- en verblijfkosten.
beslissing:
Het Gerechtshof
- vernietigt de uitspraak van de Ambtenaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot ƒ 175.000,-;
- veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van ¦ 35,- te vergoeden door de gemeente Dronten;
- gelast de Ambtenaar aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van ¦ 80,- te vergoeden.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2000 te Arnhem door mr Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(I.B. Vermeulen-Post) T.J. Matthijssen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 22 februari 2000
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht ¦ 150,-.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.