ECLI:NL:GHARN:2000:AA5809
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een woning in gemeente Z
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van burgemeester en wethouders van de gemeente Z, betreffende de vastgestelde waarde van zijn woning aan de a-straat te Z. De waarde was vastgesteld op ƒ 487.000,- voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000, met een peildatum van 1 januari 1995. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd tot ƒ 435.000,-. Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof Arnhem, waar de mondelinge behandeling plaatsvond op 14 oktober 1999.
Het Hof heeft vastgesteld dat de waarde van het object, een vrijstaande woning, in geschil is. Belanghebbende heeft het object in maart 1996 aangekocht voor ƒ 475.000,- en heeft een vergunning gekregen voor uitbreiding. De ambtenaar van de gemeente Z heeft een taxatierapport overgelegd, waaruit blijkt dat de WOZ-waarde per 1 januari 1995 ƒ 435.000,- bedraagt. Belanghebbende concludeert tot een verdere verlaging van de waarde tot ƒ 272.000,-, terwijl de ambtenaar handhaving van de eerdere uitspraak bepleit.
Het Hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de door de ambtenaar verdedigde waarde niet als juist kan worden aanvaard. Het Hof oordeelt dat de waarde van het object niet in minder dan 15 maanden tijd met meer dan ƒ 200.000,- kan zijn gestegen. Uiteindelijk heeft het Hof de vastgestelde waarde van het object verminderd tot ƒ 405.000,-. De uitspraak van het Hof is openbaar uitgesproken op 14 maart 2000, en belanghebbende heeft recht op vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.