ECLI:NL:GHARN:2000:AA5561
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing bij deelname aan piramidespel
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 15 februari 2000, stond de belastingheffing van een belanghebbende centraal die had deelgenomen aan een zogenaamd piramidespel. De belanghebbende, aangeduid als X, had zelf deelnemers geworven en ook indirect deelnemers aangetrokken. De Inspecteur van de Belastingdienst, aangeduid als P, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 1996, waarin de belanghebbende een netto bedrag van f. 16.000 had ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2000, geleid door raadsheer mr. drs. F.J.P.M. Haas, werd vastgesteld dat de belanghebbende niet was verschenen, ondanks dat zij overeenkomstig de wet was opgeroepen.
De Inspecteur stelde dat de ontvangen bedragen, zowel van direct als indirect aangebrachte deelnemers, als inkomsten uit arbeid moesten worden aangemerkt. De belanghebbende betwistte dit, met het argument dat alleen de bedragen voor het direct aanbrengen van deelnemers tot de inkomsten uit arbeid behoorden. Het Hof oordeelde echter dat de ontvangen bedragen van indirect aangebrachte deelnemers ook rechtstreeks toe te rekenen waren aan de door de belanghebbende verrichte arbeid. Dit was in lijn met artikel 22, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, waarin niet vereist is dat de arbeid door de belastingplichtige zelf wordt verricht.
Het Gerechtshof bevestigde de uitspraak van de lagere instantie en verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. Tevens werd er geen kostenveroordeling opgelegd, aangezien het Hof geen termen aanwezig achtte voor een dergelijke veroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. drs. F.J.P.M. Haas, in aanwezigheid van griffier mr. Snoijink. De belanghebbende had de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal een verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke, waarvoor griffierechten van toepassing waren.