ECLI:NL:GHARN:2000:AA5465
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op optievergoeding en naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 2 februari 2000, betreft het een geschil over een naheffingsaanslag omzetbelasting die is opgelegd aan de fiscale eenheid V.O.F. X BV. De naheffingsaanslag is gebaseerd op een optievergoeding die de belanghebbende heeft ontvangen in het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1994. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft een bedrag van f. 36.257 aan belasting nageheven, wat de belanghebbende betwistte.
De belanghebbende had in 1992 een overeenkomst gesloten met het Samenwerkingsverband A, waarbij zij een koopoptie verleende op haar percelen grond. De belanghebbende stelde dat de ontvangen vergoeding voor de koopoptie moest worden beschouwd als tegenprestatie voor een geleverde dienst, en dat er geen naheffing had mogen plaatsvinden. Het Hof oordeelde echter dat het aangaan van een overeenkomst voor het verlenen van een koopoptie geen prestatie is in de zin van de relevante belastingwetgeving.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de lagere instantie en oordeelde dat de naheffing terecht had plaatsgevonden. De belanghebbende had geen gronden aangevoerd die de naheffing konden weerleggen. Het Hof vond ook geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P.M. Haas, in aanwezigheid van griffier W.J.N.M. Snoijink.
De belanghebbende kan binnen vier weken na de verzenddatum van de uitspraak verzoeken om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke, waarvoor een griffierecht van ƒ 150 geldt. Enkel tegen een schriftelijke uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.