ECLI:NL:GHARN:2000:AA5063

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
19 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
99/01976
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting door het Gerechtshof Arnhem

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 19 januari 2000 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, aangeduid als X, had een naheffingsaanslag ontvangen voor het parkeren met zijn voertuig, gekentekend AA-BB-00, op de Melkmarkt/Rodetorenplein in Zwolle op 16 november 1998. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat de belanghebbende de verschuldigde parkeerbelasting niet had voldaan. De belanghebbende betwistte de naheffingsaanslag niet inhoudelijk, maar stelde dat hij met zijn invalidenparkeerkaart op een andere locatie had kunnen parkeren zonder kosten te maken. Het hof oordeelde dat, ongeacht de keuze van de belanghebbende om het verkeer niet te hinderen, hij de consequenties van zijn keuze moest aanvaarden. Het hof bevestigde de beslissing van de ambtenaar en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen kostenveroordeling uitgesproken, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling op basis van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. De uitspraak werd gedaan door mr drs F.J.P.M. Haas, raadsheer en lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van mr Snoijink als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal schriftelijk verzoek in te dienen om de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.

Uitspraak

WS
Gerechtshof Arnhem
zevende enkelvoudige belastingkamer
nr. 99/01976
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
ambtenaar : Hoofd bureau belastingen van de gemeente Zwolle
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift tegen naheffingsaanslag
soort belasting : parkeerbelasting
tijdstip : 16 november 1998, 13.06 uur
mondelinge behandeling : met toestemming van beide partijen niet gehouden
gronden:
1. De bestreden naheffingsaanslag is belanghebbende opgelegd voor het parkeren met het voertuig gekentekend AA-BB-00 op de Melkmarkt/Rodetorenplein.
2. In de over en weer niet betwiste stellingen van partijen ligt besloten dat belanghebbende de verschuldigde parkeerbelasting niet op aangifte heeft voldaan of anderszins betaald.
3. Van hem is derhalve terecht het ter plaatse geldende uurtarief van ƒ 2,- nageheven en zijn hem ter zake van het opleggen van de bestreden naheffingsaanslag terecht de kosten als bedoeld in artikel 8 van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 1998 in rekening gebracht.
4. Aan de juistheid van de naheffingsaanslag doet niet af dat, naar belanghebbende stelt, hij in plaats van te parkeren op de bedoelde parkeerplaats met zijn invalidenparkeerkaart twee en een half uur had kunnen parkeren voor het adres waar hij moest zijn, doch ervoor gekozen heeft het verkeer zo weinig mogelijk te hinderen. Ook van een invalide die parkeert op een plaats die is aangewezen voor betaald parkeren, mag worden verwacht dat hij de consequenties van de door hem gemaakte keuze aanvaardt.
5. Het beroep is ongegrond.
proceskosten:
Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof geen termen aanwezig.
beslissing:
Het gerechtshof bevestigt de uitspraak van de ambtenaar.
Aldus gedaan te Arnhem op 19 januari 2000 door mr drs F.J.P.M. Haas, raadsheer, lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Snoijink als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(W.J.N.M. Snoijink) (F.J.P.M. Haas)
De beslissing is in het openbaar uitgesproken en afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 19 januari 2000
Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal van deze uitspraak het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Van de verzoeker wordt een griffierecht van ¦ 150 geheven.
Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.