ECLI:NL:GHARN:2000:409
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A. van der Poel
- H. Heisterkamp
- J. Valk
- Rechtspraak.nl
Inboedelverzekering en uitsluitingsclausule bij onware opgave
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, ging het om een geschil tussen appellant [A] en geïntimeerde [B] N.V. over een inboedelverzekering. De kern van het geschil was de vraag of [A] een onware opgave had gedaan met betrekking tot de schade die hij had geleden. Het hof had eerder [A] toegelaten tot bewijslevering, waarbij hij getuigen heeft gehoord, waaronder de juwelier [C] en zichzelf als partij-getuige. De getuigenverklaringen waren echter niet overtuigend genoeg om het bewijs te leveren dat [A] daadwerkelijk briljantjes ter waarde van f 1.000,- in zijn collier had laten aanbrengen.
Het hof concludeerde dat de verklaringen van [A] en zijn getuigen inconsistent waren en dat er geen overtuigend bewijs was dat de briljantjes in het collier waren bevestigd. Dit leidde tot de conclusie dat [A] een onware opgave had gedaan over de geleden schade, wat in strijd was met de polisvoorwaarden van de verzekering. De relevante polisvoorwaarden stelden dat in geval van bedrog de werkelijk geleden schade niet vergoed zou worden.
De argumenten van [A] dat de werkelijke schade niet het bedrag van de briljantjes omvatte, maar slechts het bedrag van het oorspronkelijke collier, werden door het hof als onvoldoende gemotiveerd afgewezen. Het hof benadrukte dat de verzekeringsovereenkomst een vertrouwensrelatie inhoudt en dat bedrog zwaar bestraft moet worden. Uiteindelijk werd het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, en werd [A] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.