ECLI:NL:GHARN:1999:AA4756

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
30 november 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/01688
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.C.M. de Kroon
  • J.L.M. Egberts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardering onroerende zaak en belastingrechtelijke geschillen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 30 november 1999, betreft het een geschil over de waardering van een onroerende zaak, gelegen aan *a-park 23 te *Z, in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. De ambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op ¦ 465.000,-, terwijl belanghebbende een lagere waarde van ¦ 307.000,- had ingediend, gebaseerd op een taxatierapport dat niet voldeed aan de eisen voor een deugdelijke waardebepaling. Het Hof oordeelde dat beide taxatierapporten onvoldoende onderbouwd waren en besloot de waarde van de woning vast te stellen op ¦ 415.000,-, rekening houdend met de beschikbare gegevens en de verkoopprijzen van vergelijkingspanden. Het beroep van belanghebbende werd gedeeltelijk gegrond verklaard, en de ambtenaar werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van belanghebbende, die op ¦ 19,- werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar gemaakt en belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken een schriftelijk verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak.

Uitspraak

he
Gerechtshof Arnhem
eerste enkelvoudige belastingkamer
nr. 98/01688
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : *X
te : *Z
ambtenaar : Burgemeester en wethouders van de gemeente Valburg
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar tegen de beschikking waardevaststelling ingevolge de wet waardering onroerende zaken
tijdvak : van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000
mondelinge behandeling : op 16 november 1999 te Arnhem door mr De Kroon, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr Egberts als griffier
waarbij verschenen : belanghebbende alsmede de amntenaar
Gronden:
1. Ingevolge artikel 17, lid 2, van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet) wordt de waarde van een onroerende zaak - in dit geval het tot woning dienende pand *a-park 23 te *Z - bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Daarbij geldt als waardepeildatum 1 januari 1995 (artikel 18, lid 2, van de Wet).
2. De ambtenaar heeft zich bij het geven van de onderhavige beschikking op het standpunt gesteld dat de hiervoor onder 1. bedoelde waarde van belanghebbendes onroerende zaak ¦ 465.000,- beloopt.
3. Bij de aangevallen uitspraak is de vastgestelde waarde per de peildatum verminderd tot
¦ 450.000,-.
4. De ambtenaar - op wie in dezen de bewijslast rust - heeft ter ondersteuning van zijn nadere standpunt een taxatierapport overgelegd. Volgens dit rapport is de waarde van de onroerende zaak *a-park 23 te *Z, beoordeeld naar het prijspeil op 1 januari 1995, ¦ 450.000,-.
5. Belanghebbende heeft van zijn kant ook een taxatierapport overgelegd. In dit rapport wordt een waarde van ¦ 307.000,- vermeld.
6. Het door belanghebbende overgelegde taxatierapport is opgemaakt met behulp van de Nationale Taxatielijn en niet gebaseerd op een in- en uitwendige opname door een taxateur en bevat geen gegevens van zogenaamde referentiepanden. Het is daarom voor het onderhavige doel niet goed bruikbaar.
7. In het door de ambtenaar overgelegde taxatierapport worden naar het oordeel van het Hof onvoldoende gegevens verstrekt van de daarin vermelde referentieobjecten die een verantwoorde vergelijking mogelijk maken tussen belanghebbendes woning en die referentieobjecten. Onder die omstandigheid kan dit taxatierapport evenmin dienen als basis voor de waardebepaling.
8. Nu een deugdelijk taxatierapport ontbreekt is het Hof genoodzaakt de waarde te bepalen op basis van de beschikbare gegevens. Het Hof gaat daarbij onder meer uit van de nadere gegevens die de taxateur van de ambtenaar ter zitting heeft verstrekt met betrekking tot belanghebbendes woning en de door hem opgevoerde referentiepanden. Met inachtneming van de voor de referentiepanden gerealiseerde verkoopprijzen, de door de taxateur van de ambtenaar ter zitting genoemde prijzen per m2 en per m3 met betrekking tot belanghebbendes woning en die van de vergelijkingspanden, de verschillen in inhoud, kavelgrootte, onderhoud en dergelijke stelt het Hof de waarde van belanghebbendes woning per de peildatum in goede justitie vast op ¦ 415.000,-.
9. Het beroep van belanghebbende is gedeeltelijk gegrond.
Proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten fiscale procedures te berekenen op ¦ 19,- (reiskosten).
Beslissing:
Het Gerechtshof:
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep;
- vermindert de voor de onroerende zaak *a-park 23 te *Z vastgestelde waarde voor het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000 tot ¦ 415.000,-;
- veroordeelt de ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van ¦ 19,-, te vergoeden door de gemeente Valburg;
gelast de ambtenaar aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van ¦ 80,- te vergoeden.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken op 30 november 1999 te Arnhem door mr De Kroon, raadsheer, lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van
mr Egberts als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(J.L.M. Egberts) (M.C.M. de Kroon)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 13 december 1999
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht
¦ 150,-. verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.