ECLI:NL:GHARN:1999:AA4399

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
16 december 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
97/22447
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.E. Haas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag verontreinigingsheffing oppervlaktewateren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 december 1999 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanslag verontreinigingsheffing oppervlaktewateren voor het jaar 1997. De belanghebbende, die niet aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling op 2 december 1999, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de ambtenaar van het waterschap Regge en Dinkel. De ambtenaar stelde dat het object aan de a-straat 1 te Z betrokken was in de heffing vanwege de lozing van huishoudelijk afvalwater op oppervlaktewater. De belanghebbende voerde aan dat niet was aangetoond dat het geloosde afvalwater de watergang zou bereiken en dat er werd geloosd op een afgekoppelde oude sloot die zijn functie grotendeels had verloren.

De ambtenaar verwees naar een systematische controle van lozingen in het buitengebied, waaruit bleek dat vanuit het perceel van de belanghebbende huishoudelijk afvalwater werd geloosd op een perceelsloot die in verbinding staat met de watergang. Het hof oordeelde dat de specificaties en toelichtingen van de ambtenaar aannemelijk waren en dat de belanghebbende belastingplichtig was volgens de relevante artikelen van de Verordening verontreinigingsheffing 1996. Het hof bevestigde de uitspraak van de ambtenaar en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. N.E. Haas, lid van de derde enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier W.J.N.M. Snoijink.

Uitspraak

WS
Gerechtshof Arnhem
derde enkelvoudige belastingkamer
nr. 97/22447
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
ambtenaar : de secretaris van het waterschap Regge en Dinkel
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift tegen aanslag
soort belasting : verontreinigingsheffing oppervlaktewateren
jaar : 1997
mondelinge behandeling : op 2 december 1999 te Arnhem door mr N.E. Haas, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr Snoijink als griffier
waarbij verschenen : de woordvoerder van de ambtenaar
waarbij niet verschenen : belanghebbende, met kennisgeving aan het hof
gronden:
1. In de aangevallen uitspraak heeft de ambtenaar gesteld dat het object a-straat 1 te Z
- kennelijk een woonruimte als bedoeld in de artikelen 1, onderdeel e, 3, lid 2, onderdeel a, 4 en 7 van de Verordening verontreinigingsheffing 1996 - in de onderhavige heffing is betrokken in verband met de lozing van huishoudelijk afvalwater op oppervlaktewater.
2. In beroep voert belanghebbende onder meer aan, dat niet is aangetoond dat het geloosde ooit de watergang zal bereiken en dat er wordt geloosd op een afgekoppelde oude sloot die zijn functie voor een groot gedeelte heeft verloren. Hiermee wordt de onder 1 bedoelde lozing onvoldoende weersproken.
3. In het vertoogschrift verwijst de ambtenaar gespecificeerd naar een uitgevoerde systematische controle van lozingen in het buitengebied, in het kader waarvan op 7 juni 1989 geconstateerd is dat vanuit belanghebbendes object huishoudelijk afvalwater afkomstig van wasmachine, douche en keuken werd geloosd op een perceelsloot die in verbinding staat met de watergang 1-1. Zowel belanghebbendes perceel als die watergang staat ingetekend op het als bijlage 8 bij het vertoogschrift overgelegde kadastrale uittreksel, dat ter zitting namens de ambtenaar nog is toegelicht met de aangeduide globale ligging van de genoemde perceelsloot.
4. De zo-even bedoelde specificatie en toelichting, waarmee belanghebbendes stellingen niet in strijd zijn, komen op zichzelf aannemelijk voor, zodat het hof daaraan geloof hecht. Dit brengt mede dat voldoende aannemelijk is dat belanghebbende volgens artikel 3 voormeld, lid 1, in verbinding met lid 2, onderdeel a, belastingplichtig is.
proceskosten:
Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken vindt het hof geen termen aanwezig.
beslissing:
Het gerechtshof bevestigt de uitspraak van de ambtenaar.
Aldus gedaan en in het openbaar uitgesproken te Arnhem op 16 december 1999 door
mr N.E. Haas, raadsheer, lid van de derde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Snoijink als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(W.J.N.M. Snoijink) (N.E. Haas)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 21 december 1999
Het is mogelijk dat de mondelinge uitspraak wordt vervangen door een schriftelijke. Ieder van de partijen kan daar het gerechtshof om verzoeken binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal van deze uitspraak.
Van de verzoeker wordt een griffierecht van ¦ 150 geheven.
Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open.