ECLI:NL:GHARN:1999:AA1424
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- I.B. Vermeulen-Post
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de heffing van precariorechten voor overbouwingen en reclame-objecten in Apeldoorn
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 mei 1999 uitspraak gedaan over de heffing van precariorechten met betrekking tot een overbouwing en reclame-objecten die zich boven of op gemeentegrond bevonden. De belanghebbende, eigenaar van een pand aan de *a-straat 31 in Apeldoorn, was in 1995 betrokken in de precarioheffing voor een overbouwing van 35 m², een uitstalling van 3 m² en zes reclame-objecten. De rechtbank diende te beoordelen of deze voorwerpen onder het begrip 'voorwerpen' in artikel 228 van de Gemeentewet vielen en of er sprake was van dubbele heffing.
Het hof oordeelde dat de term 'voorwerpen' niet beperkt moest worden geïnterpreteerd en dat de overbouwing, evenals de reclame-objecten, onder de heffing van precariorechten viel. De rechtbank bevestigde dat de straten binnen het winkelcentrum de status van openbare weg hadden en dat de heffing van precariorechten terecht was opgelegd. De belanghebbende had zijn verweer met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel en andere argumenten ter zitting laten varen, wat de uitspraak verder versterkte.
De beslissing van het hof was dat de eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Lamens, in tegenwoordigheid van mevrouw Vermeulen-Post als griffier. De zaak benadrukt de reikwijdte van de precarioheffing en de voorwaarden waaronder deze kan worden opgelegd, evenals de noodzaak voor duidelijkheid in de interpretatie van relevante wetgeving.