ECLI:NL:GHARN:1999:AA1375
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.M. van Schie
- M. Lamens
- R. de Kroon
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschil over bijtelling van personenauto's en ongelijkheid in belastingwetgeving
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 3 oktober 1999, staat de extra bijtelling van 4% van de catalogusprijs van een door de werkgever ter beschikking gestelde personenauto centraal. De Hoge Raad heeft in een eerder arrest geoordeeld dat deze bijtelling niet gerelateerd is aan het privégebruik van de auto, maar een zelfstandige bijtelling betreft voor belastingplichtigen die meer dan 30 kilometer enkele reis van hun woning naar hun werk reizen. Het Hof oordeelt dat de wetgever voldoende tijd moet krijgen om de geconstateerde ongelijkheid in de belastingwetgeving aan te pakken. De wetgever heeft een wetsvoorstel ingediend op 14 september 1999, binnen veertien maanden na het arrest van de Hoge Raad, wat het Hof als voortvarend beschouwt. Het Hof bevestigt dat de regeling van artikel 42, vierde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 voorlopig van toepassing blijft en dat de gesignaleerde ongelijkheid niet leidt tot vernietiging van de naheffingsaanslag. Het beroep van de belanghebbende, Brabantse darmen- en slachtproduktenhandel X B.V., wordt ongegrond verklaard. De uitspraak van de Inspecteur wordt bevestigd, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling.