ECLI:NL:GHARN:1998:AA1473
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanverwantschap in het kader van de Successiewet 1956 na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 november 1998 uitspraak gedaan in een belastingkwestie met betrekking tot het recht van successie. De zaak betreft de verkrijging van een erfenis door wijlen belanghebbende, die op 10 september 1998 is overleden. De vader van belanghebbende was in 1983 gescheiden van zijn vrouw *A, met wie hij in 1951 was getrouwd. Na de scheiding heeft belanghebbende bij zijn moeder gewoond, terwijl zijn vader in 1984 met *A ongehuwd samenwoonde. De inspecteur van de Belastingdienst had een tarief van 41% toegepast op de verkrijging van belanghebbende, die in 1996 plaatsvond na het overlijden van *A. Het hof oordeelde dat het aanverwantschap tussen belanghebbende en *A niet gelijkgesteld kan worden met bloedverwantschap, omdat het huwelijk van belanghebbendes vader met *A door echtscheiding was ontbonden en niet door overlijden. Het hof bevestigde de uitspraak van de inspecteur en verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. N.E. Haas, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. J.L.M. Egberts als griffier.