ECLI:NL:GHARN:1998:AA1342
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingaftrek voor buitengewone lasten in verband met ziekte en invaliditeit
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 2 juni 1998, staat de aftrek van buitengewone lasten door belanghebbende centraal. De echtgenote van belanghebbende heeft in oktober 1992 een herseninfarct gehad, wat leidde tot een langdurige revalidatie. De rechterarm van de echtgenote is functioneel niet inzetbaar en haar loopprestaties zijn beperkt. Belanghebbende verzoekt om aftrek van kosten die hij heeft gemaakt voor een tandem, keukenaanpassing en bezigheidstherapie, in het kader van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
De inspecteur heeft de aftrek van deze kosten geweigerd, wat leidde tot het beroep van belanghebbende. Het hof oordeelt dat de kosten voor de tandem niet als uitgaven voor vervoer in de zin van de wet kunnen worden aangemerkt, aangezien een tandem ook door gezonde personen wordt aangeschaft. De aanpassingen aan de tandem zijn niet substantieel genoeg om deze als hulpmiddel te kwalificeren.
Wat betreft de keukenaanpassing, oordeelt het hof dat deze aanpassing niet specifiek is voor gebruik door een zieke of invalide en dus niet onder de aftrekbare kosten valt. De kosten voor bezigheidstherapie worden ook afgewezen, omdat deze niet onder medische begeleiding plaatsvinden en dus niet als uitgaven voor ziekte of invaliditeit kunnen worden aangemerkt. Het hof bevestigt de uitspraak van de inspecteur en verklaart het beroep ongegrond, zonder termen voor een kostenveroordeling.