ECLI:NL:GHARN:1998:AA1339
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P.M. Haas
- J.L.M. Egberts
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-beschikking en vermogensbelasting over de waarde van een woning in een villapark
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 juni 1998 uitspraak gedaan in een geschil over de waarde van een woning gelegen in een villapark, die door de belanghebbende was opgegeven voor de WOZ-beschikking. De belanghebbende had aanvankelijk een waarde van ƒ 300.000,– opgegeven, maar later zijn er verschillende waarderingen naar voren gebracht, waaronder een lagere waarde van ƒ 218.000,– gebaseerd op een WOZ-beschikking van 28 februari 1997. De inspecteur van de Belastingdienst betwistte deze lagere waarde en stelde dat de waarde in het economische verkeer per 1 januari 1996 eerder ƒ 300.000,– bedroeg. Het hof oordeelde dat de inspecteur aannemelijk had gemaakt dat de WOZ-beschikking niet juist was en bevestigde de uitspraak van de inspecteur. De belanghebbende had geen recht op een kostenvergoeding, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 mei 1998, waarbij zowel de belanghebbende als de inspecteur aanwezig waren. Het hof concludeerde dat de waardering in het kader van de Wet waardering onroerende zaken niet bindend was voor de heffing van vermogensbelasting en dat de belanghebbende geen in rechte te honoreren vertrouwen kon ontlenen aan de informatiecampagne van de belastingdienst.