ECLI:NL:GHARN:1998:AA1338
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.Th. Wagener
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift inzake de Wet WOZ
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 mei 1998 uitspraak gedaan in een geschil tussen X BV en de Burgemeester en Wethouders van de gemeente P. Het betreft een bezwaar dat door X BV is ingediend tegen een beschikking op basis van de Wet WOZ, gedateerd 28 februari 1997. De belanghebbende heeft op 17 maart 1997 bezwaar aangetekend, maar heeft in het bezwaarschrift geen gronden opgenomen. De ambtenaar heeft de belanghebbende in haar bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht, die vereist dat het bezwaarschrift ten minste de gronden van het bezwaar bevat.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 mei 1998 te Harderwijk, waar de belanghebbende niet aanwezig was, maar wel schriftelijk had laten weten niet te verschijnen, heeft het hof de ingediende stukken en de argumenten van de ambtenaar beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de belanghebbende in een eerder stadium van de procedure al de gelegenheid had gekregen om haar bezwaarschrift nader te motiveren, maar dit niet heeft gedaan. De ambtenaar heeft de belanghebbende in haar bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten.
Het hof heeft de beslissing van de ambtenaar bevestigd en geoordeeld dat er geen termen zijn voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. Lamens, raadsheer, in aanwezigheid van Wagener als griffier. De zaak benadrukt het belang van het tijdig en correct indienen van bezwaarschriften in belastingzaken, en de gevolgen van het niet voldoen aan de wettelijke vereisten.