ECLI:NL:GHARN:1998:AA1315
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- Rechtspraak.nl
Vernietiging naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens onduidelijkheid over betalingsverplichting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 oktober 1998 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, die wegens ziekte niet in staat was om tijdig beroep in te stellen, werd door het hof ontvankelijk verklaard in zijn beroep op basis van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. De belanghebbende had op 4 juli 1997 zijn auto geparkeerd op de Dukaatweg in Lelystad, waar parkeerbelasting verschuldigd was. Hij stelde echter dat hij niet bekend was met de situatie ter plaatse en dat het onduidelijk was voor welke vakken de betalingsverplichting gold.
De ambtenaar van de gemeente Lelystad voerde aan dat er een bord was geplaatst dat duidelijk maakte dat men eerst moest parkeren en daarna betalen bij de parkeerautomaat. Het hof oordeelde echter dat de gemeente ervoor moet zorgen dat het autorijdende publiek duidelijk wordt gemaakt waar parkeerbelasting verschuldigd is. Aangezien er onduidelijkheid bestond over de belastingverplichting, kon de naheffingsaanslag niet in stand blijven. Het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond.
In de beslissing heeft het hof de bestreden uitspraak en de naheffingsaanslag vernietigd, de ambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende en gelast dat het betaalde griffierecht aan de belanghebbende wordt vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. Röben, raadsheer, in aanwezigheid van mr. Vellema als griffier. De zaak werd behandeld op 29 september 1998, waarbij de belanghebbende en een gemachtigde van de ambtenaar aanwezig waren. De ambtenaar had ook situatiefoto's overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt.