ECLI:NL:GHARN:1998:AA1301
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de parkeerbelastingaanslag en de gevolgen van een defecte parkeermeter
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 18 maart 1998, ging het om een geschil over een parkeerbelastingaanslag die was opgelegd aan belanghebbende, hier aangeduid als *X*, door de burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg. De belanghebbende had op 14 maart 1997 haar auto geparkeerd aan de *a-straat te Doesburg en had geprobeerd de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen. Echter, door een defect aan de parkeermeter was dit niet gelukt. De belanghebbende stelde dat zij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het niet voldoen aan de parkeerbelasting, aangezien de parkeermeter niet functioneerde.
Het hof oordeelde dat, ondanks het defect aan de parkeermeter, de belanghebbende niet het recht had om de verplichting tot betaling van de parkeerbelasting te negeren. Het hof benadrukte dat de belanghebbende, na het constateren van het defect, haar auto had moeten verplaatsen in plaats van deze achter te laten zonder verdere actie te ondernemen. Het hof concludeerde dat het beroep van de belanghebbende ongegrond was, maar dat er aanleiding was om de ambtenaar te gelasten het door de belanghebbende betaalde griffierecht van ƒ 45,– te vergoeden, vanwege een onjuiste vermelding op het naheffingsaanslagbiljet.
De uitspraak bevestigde de beslissing van de ambtenaar en legde de kostenveroordeling uit op basis van artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, waarbij het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. Lamens, raadsheer, in aanwezigheid van Wagener als griffier.