ECLI:NL:GHARN:1998:AA1275
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- Rechtspraak.nl
Parkeerbelasting naheffingsaanslag en ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd aan belanghebbende, die op 26 september 1996 zijn auto had geparkeerd op een koopavond in de gemeente *P. De parkeerbelasting was op dat moment verschuldigd, maar belanghebbende had deze niet voldaan. De naheffingsaanslag werd op de voorruit van zijn auto aangetroffen. Op 2 november 1996 ontving belanghebbende een duplicaataanslag, waartegen hij op 19 december 1996 bezwaar maakte. De ambtenaar verwierp dit bezwaar, wat leidde tot een geschil over de ontvankelijkheid van het bezwaar en de vraag of de parkeerbelasting terecht was opgelegd.
Het Hof oordeelt dat het bezwaar ontvankelijk is, ondanks dat het bezwaarschrift na de termijn was ingediend. De ambtenaar had belanghebbende namelijk op het verkeerde been gezet door de duplicaataanslag te versturen met de mededeling dat er binnen zes weken bezwaar kon worden gemaakt. Hierdoor had belanghebbende de indruk dat hij meer tijd had om bezwaar te maken. Het Hof concludeert dat de ambtenaar belanghebbende terecht heeft ontvangen in zijn bezwaar, omdat het bezwaarschrift binnen de termijn na de duplicaataanslag was ingediend.
Wat betreft de inhoud van het bezwaar, oordeelt het Hof dat de tekst op de parkeermeter duidelijk was en dat belanghebbende zich had moeten vergewissen of er op de bewuste avond parkeerbelasting verschuldigd was. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en de bestreden uitspraak wordt bevestigd. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten.