ECLI:NL:GHARN:1998:AA1273
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M. van Schie
- R. den Ouden
- Rechtspraak.nl
Huwelijksontbinding en belastingtariefgroep 5 in inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om de gevolgen van de ontbinding van een huwelijk voor de belastingaanslag van de belanghebbende. Het huwelijk tussen de belanghebbende en zijn ex-vrouw is op 14 december 1995 ontbonden, terwijl de vrouw eind maart 1995 de echtelijke woning heeft verlaten. De belanghebbende stelt dat hij gedurende meer dan zes maanden een huishouden heeft gevoerd met zijn kinderen, wat van belang is voor de toepassing van tariefgroep 5 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De inspecteur betwist dat het vertrek van de vrouw definitief was en stelt dat zij op verschillende momenten weer op het adres van de belanghebbende stond ingeschreven.
De belanghebbende heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder verklaringen van familieleden en buren, die bevestigen dat de vrouw niet metterwoon in de echtelijke woning is teruggekeerd. Het gerechtshof oordeelt dat de inspecteur onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de vrouw na haar vertrek weer in de woning heeft gewoond. Het hof vernietigt de uitspraak van de inspecteur en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen van ƒ 59.879,–, onder toepassing van tariefgroep 5. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbende en het griffierecht.
De uitspraak is gedaan op 29 april 1998 door mr. P.M. van Schie, vice-president, in aanwezigheid van mr. R. den Ouden als griffier. De proceskosten zijn berekend op ƒ 1.420,–, conform het Besluit proceskosten fiscale procedures. De belanghebbende heeft recht op vergoeding van het door hem gestorte griffierecht van ƒ 80,–.