ECLI:NL:GHARN:1998:AA1241
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.M. van Schie
- R. den Ouden
- Rechtspraak.nl
Vermindering onroerende-zaakbelastingen na taxatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 juni 1998 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende onroerende-zaakbelastingen van de gemeente Deventer voor het jaar 1996. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juni 1998 zijn partijen overeengekomen dat de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak op 1 januari 1995 vastgesteld dient te worden op ƒ 2.450.000,--. Dit leidde tot de conclusie dat de aanslag dienovereenkomstig verminderd moest worden. De belanghebbende, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft het Hof verzocht om de ambtenaar te veroordelen in de proceskosten die zij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep. De kosten werden vastgesteld op ƒ 4.095,--, gebaseerd op een taxatierapport van een makelaarskantoor.
Het Hof heeft geoordeeld dat de belanghebbende gedeeltelijk in het gelijk werd gesteld en dat de proceskosten voor vergoeding in aanmerking komen. Echter, de hoogte van de vergoeding werd niet vastgesteld op basis van de door belanghebbende gemaakte kosten, maar op basis van het aantal uren dat de deskundige aan het verslag heeft besteed, vermenigvuldigd met een tarief van ten minste ƒ 10,-- per uur en ten hoogste ƒ 116,60 per uur. Het Hof schatte het aantal uren op tien en ging uit van het maximale uurtarief, wat resulteerde in een vergoeding van ƒ 1.166,--.
De beslissing van het Hof was als volgt: de bestreden uitspraak werd vernietigd, de aanslag werd verminderd tot een heffingsgrondslag van ƒ 2.450.000,--, en de ambtenaar werd gelast om het door de belanghebbende gestorte griffierecht van ƒ 75,-- te vergoeden. Daarnaast werd de ambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op ƒ 1.166,--, met de gemeente P als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden.