ECLI:NL:GHARN:1998:AA1203
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de waarde van een woning in het economische verkeer voor vermogensbelasting
In deze zaak gaat het om de bepaling van de waarde van een woning in het economische verkeer voor de vermogensbelasting. De belanghebbende, die voor 75% eigenaar is van een woning die samen met haar partner is gebouwd, heeft in haar aangifte de waarde van haar aandeel in de woning vastgesteld op ƒ 225.000,-, gebaseerd op de stichtingskosten van de woning. De inspecteur van de Belastingdienst heeft echter een WOZ-beschikking afgegeven waarin de waarde van de woning per 1 januari 1995 is vastgesteld op ƒ 418.000,-. De belanghebbende stelt dat deze WOZ-beschikking de juiste waarde van de woning weergeeft, terwijl de inspecteur van mening is dat de waarde in de WOZ-beschikking te laag is en dat de waarde van de woning op basis van de stichtingskosten correct is.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de WOZ-beschikking een reële waarde kan weergeven. Het hof heeft de waarde van de woning in vrije staat per 1 januari 1996 vastgesteld op ƒ 418.000,-, wat leidt tot een vermindering van het vermogen van de belanghebbende voor de aanslagregeling. De uitspraak van de inspecteur is vernietigd en de aanslag is verlaagd naar een vermogen van ƒ 261.100,-. Tevens is de inspecteur veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de belanghebbende en het griffierecht.
De uitspraak is gedaan door mr. N.E. Haas, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. Egberts als griffier, op 18 december 1998 te Arnhem.