6. Het geschil en de standpunten van partijen
6.1. Partijen houdt verdeeld,
6.1.1. of de leges moeten worden berekend met toepassing van de in 1993 geldende verordening, zoals belanghebbende voorstaat, dan wel met die van de Legesverordening Tiel 1995, wat de ambtenaar primair verdedigt, en indien deze vraag in de laatstbedoelde zin wordt beantwoord,
6.1.2. of aan belanghebbende terecht en tot het juiste bedrag kosten van extern advies zijn doorberekend.
6.2. Elk van de partijen heeft voor haar standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van haar afkomstige stukken.
6.3. Daaraan is mondeling, behalve de inhoud van de voormelde pleitnotities, toegevoegd – zakelijk weergegeven – op 17 februari 1997:
6.3.1. namens belanghebbende:
6.3.1.1. De tussen 15 en 21 december 1993 verstreken tijd laat zich verklaren uit het feit dat het aanvraagformulier aan DHV is gezonden, zulks op aanwijzing van de gemeente. Deze adviseur was klaar in augustus 1994.
6.3.1.2. Zij kent de legesverordening van 1994 niet.
6.3.1.3. Na 1993 is de aanvraag niet meer veranderd.
6.3.1.4. Zij biedt bewijs van haar stellingen aan door middel van getuigen, waartoe zij de heren Th. Ahoud, destijds werkzaam bij de gemeente, en H. Gorter van DHV op het oog heeft.
6.3.2. en door/namens de ambtenaar:
6.3.2.1. De doorberekende kosten bestaan uit ƒ 2 050,– van DHV en ƒ 7307,50 van het intergemeentelijk orgaan.
6.3.2.2. Tegen de gevraagde vergunning zijn bezwaarschriften van naburige bedrijven en omwonenden ingediend. De complexiteit van de ligging van het bedrijf van belanghebbende heeft uitgebreide rapportage nodig gemaakt.
6.3.2.3. De vergunningaanvraag wordt eerst ingeschreven als alle benodigde stukken erbij zijn, wat eerst in 1995 het geval was.
6.3.2.4. Op zijn verzoek is DHV ingeschakeld. Hij heeft dus nooit begrepen dat er reeds in december 1993 een aanvraag is geweest.
6.3.2.5. In 1993 knoopte de legesverordening nog aan bij de Hinderwet.
6.4. Op 3 maart 1998 is mondeling toegevoegd:
6.4.1. door/namens belanghebbende:
6.4.1.1. Al haar voertuigen rijden op diesel. De afgewerkte olie die bij haar is opgeslagen is dus niet vermengd met benzineresten. Eventuele vermenging met glycol, dat in koelvloeistof kan zitten en op zichzelf wel brandbaar is maar niet onder de 55? Celsius, brengt het ontvlammingspunt van de afgewerkte olie niet onder die temperatuur.
6.4.1.2. De ambtenaar heeft in de compromisonderhandelingen van juni 1997 toepassing van de in 1993 geldende legesverordening aangeboden. Daarvan moet hij nu niet terugkomen.
6.4.1.3. Op 26 oktober 1993 heeft zij de vergunningaanvraag in concept aan de gemeente gezonden. Naar aanleiding van dat concept heeft het architectenbureau op 10 december 1993 de gewijzigde tekening toegezonden aan haar gemachtigde, die het formulier op 15 december 1993 heeft ingevuld en gezonden aan haar, belanghebbende. Ter bevestiging hiervan legt haar gemachtigde de onder hiervóór onder 2.5 genoemde brief over; deze was bedoeld als bijlage in haar schriftelijke inlichtingen maar abusievelijk niet meegezonden. Op 21 december 1993 is het formulier door G.W. Van Kuik voornoemd ondertekend en bij de gemeentelijke adviseur DHV ingediend.
6.4.1.4. Na inzending van de concept-aanvraag bleek uit het daarmee in gang gezette vooroverleg, dat er nog allerlei te wijzigen was en er nog een akoestisch onderzoek moest worden uitgevoerd. Aanvankelijk leek dit in orde, maar dit is later door DHV anders gezien.
6.4.1.5. DHV zou de aanvraag onder meer op haar ontvankelijkheid beoordelen en met advies naar de gemeente sturen.
6.4.1.6. Zij heeft de aanvraag in december 1993 ingediend, niet omdat haast geboden was in het zicht van een nieuwe legesverordening maar omdat de aanvraag, waarmee zij al een tijd bezig was, wat haar betreft gereed was.
6.4.1.7. Zij acht het geen goed systeem dat in geval van bezwaar tegen de doorberekende externe-advieskosten de aanvraag alleen kan worden ingetrokken.
6.4.2. en namens de ambtenaar:
6.4.2.1. Het ontvlammingspunt van dieselolie ligt boven de 55? C, maar dat van afgewerkte smeerolie kan daarbeneden liggen ten gevolge van verontreiniging met brandbare koelvloeistof. De inrichting van belanghebbende wordt bestreken door artikel 1, onder V, van het Hinderbesluit.
6.4.2.2. De legesverordening van 1994 is van toepassing. Alleen bij wijze van compromisaanbod is de verordening van 1993 ter sprake gebracht.
6.4.2.3. De aanvraag is in 1993 ingediend. Toen was nog geen akoestisch onderzoek verricht. Zonder zo'n onderzoek kan niet behoorlijk worden beslist op een milieuvergunningaanvraag.
6.4.2.4. Het vooroverleg is op initiatief van de gemeente in 1992/1993 begonnen.
6.4.2.5. Het is gebruikelijk dat concept-aanvragen voorafgaan aan aanvragen. Dat is mede in het belang van de aanvragende bedrijven.
6.4.2.6. Hij heeft kennis genomen van de onder 2.5 bedoelde en thans overgelegde brief.
6.4.2.7. DHV is een groot internationaal bedrijf dat technisch en juridisch adviseert over milieuvergunningaanvragen, dus ook over de ontvankelijkheidsvraag.
6.4.2.8. De herziene tekening is van 29 juni 1995; op 30 juni 1995 was de aanvraag met die tekening compleet.
6.4.2.9. Hij weet niet meer precies wanneer DHV aan de gemeente heeft geadviseerd.
6.4.2.10. Hij kan van de onder 6.4.1.4 weergegeven stelling van belanghebbende van Ahoud geen bevestiging krijgen en laat dit over aan het oordeel van het hof. Wel vraagt hij zich nog af of belanghebbende niet vóór de legesnota aan de bel had kunnen trekken.
6.4.2.11. Hij handhaaft zijn primaire standpunt dat, nu de gecompleteerde aanvraag op 4 augustus 1995 is ingeboekt, de leges terecht zijn geheven met toepassing van de in 1995 geldende verordening.