ECLI:NL:GHARN:1998:AA1107
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- W.J.N.M. Snoijink
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag parkeerbelasting en de verplichtingen van de belastingplichtige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 maart 1998 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende, aangeduid als X, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de ambtenaar van het Parkeerbedrijf Gemeente Arnhem. De naheffingsaanslag was het gevolg van het niet correct opvolgen van de aanwijzingen op de parkeermeter door de belanghebbende. De rechtbank oordeelde dat van een automobilist verwacht mag worden dat hij de instructies op de parkeerapparatuur nauwgezet opvolgt en de gegevens op het kaartje controleert voordat hij dit achter de ruit plaatst. De belanghebbende had gesteld dat hij twee guldens en twee kwartjes had ingeworpen, maar het hof oordeelde dat dit niet zonder meer betekende dat het volledige bedrag van de verschuldigde belasting was betaald. Het hof benadrukte dat het op de weg van de belastingplichtige ligt om te verifiëren of het bedrag correct is verwerkt door de parkeermeter. Het hof concludeerde dat de belanghebbende niet voldoende had aangetoond dat de parkeermeter niet goed functioneerde en dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De uitspraak van de ambtenaar werd bevestigd en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard. Er werden geen proceskosten toegewezen, aangezien het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling.