ECLI:NL:GHARN:1998:AA1099
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.E. Haas
- W.J.N.M. Snoijink
- Rechtspraak.nl
Aftrek van kosten van levensonderhoud van een kind in het kader van co-ouderschap en kinderbijslag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 9 april 1998, staat de aftrek van kosten van levensonderhoud van een kind centraal. De belanghebbende, geboren op 29 maart 1953, is co-ouder van een zoon, geboren op 24 november 1980, met haar voormalige partner Y. Sinds 1986 zijn zij co-ouders, maar hebben nooit samengewoond of gehuwd. De zoon verblijft volgens een co-ouderschapsovereenkomst afwisselend bij de belanghebbende en de vader. De inspecteur van de Belastingdienst heeft de aftrek van kosten van levensonderhoud over het vierde kwartaal van 1995 geweigerd, wat de belanghebbende in beroep heeft aangevochten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende op de hoogte was van de wijzigingen in de wetgeving omtrent kinderbijslag, specifiek artikel 5a van het Samenloopbesluit kinderbijslag, dat op 1 oktober 1995 in werking trad. Dit artikel bepaalt dat de kinderbijslag gelijk verdeeld moet worden tussen de co-ouders. De belanghebbende had haar recht op kinderbijslag kunnen geldend maken, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht de aftrek heeft geweigerd, omdat de belanghebbende niet in de omstandigheden verkeerde die haar recht op kinderbijslag zouden hebben kunnen waarborgen.
De uitspraak van de inspecteur wordt bevestigd, en het hof oordeelt dat er geen termen zijn voor een kostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken in Arnhem, waarbij de raadsheer N.E. Haas en griffier W.J.N.M. Snoijink aanwezig waren. De uitspraak is op 14 april 1998 aangetekend verzonden.