ECLI:NL:GHARN:1997:AA1297
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Verhuiskosten aftrekbaarheid in relatie tot dienstbetrekking
In deze zaak, uitgesproken op 31 december 1997 door het Gerechtshof Arnhem, stond de aftrekbaarheid van verhuiskosten voor de inkomstenbelasting centraal. De belanghebbende, een inspecteur bij de belastingdienst, had in zijn aangifte een bedrag van f. 15.960,-- aan verhuiskosten opgevoerd. De inspecteur van de belastingdienst stond echter slechts een bedrag van f. 2.139,-- toe, wat het forfaitaire bedrag voor beroepskosten was. De belanghebbende had verhuisd van *Q naar *Z, en voerde aan dat deze verhuizing noodzakelijk was vanwege de verschuiving van zijn werkgebied en de daarmee samenhangende voordelen van kortere reistijden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 december 1997, waar de belanghebbende niet aanwezig was, werd de zaak besproken. De inspecteur betwistte de noodzaak van de verhuizing en stelde dat de belanghebbende niet voldoende had aangetoond dat de verhuizing voornamelijk beroepsmatig gemotiveerd was. Het hof oordeelde dat de belanghebbende, die de bewijslast droeg, niet had aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk was in verband met zijn dienstbetrekking. Het hof concludeerde dat de verhuiskosten niet als beroepskosten in de zin van artikel 35 van de Wet op de inkomstenbelasting aftrekbaar waren.
Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en het hof bevestigde de uitspraak van de inspecteur. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak werd opgemaakt door de griffier en het lid van de kamer, en afschriften werden op 13 januari 1998 aangetekend verzonden.