ECLI:NL:GHARN:1997:AA1136
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.B.H. Röben
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de stakingswinst en verliesverrekening bij beëindiging van een onderneming in de vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 7 oktober 1997 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de vennootschapsbelasting. De belanghebbende, *X BV, had tot 1 februari 1992 een franchisewinkel in *Q, welke op die datum werd gesloten. Na de sluiting resteerden er activa in de vorm van aandelen in een inkoopcombinatie en een waarborgsom. De belanghebbende gaf een belastbare winst op van ƒ 2.045,-, maar verzocht om verrekening van verliezen van vóór 1992, wat door de inspecteur werd geweigerd. Het hof concludeerde dat de onderneming per 1 februari 1992 was gestaakt, en dat het aanhouden van aandelen en een waarborgsom niet kon worden aangemerkt als het drijven van een onderneming volgens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Het hof oordeelde dat er geen grond was voor het beroep van de belanghebbende, en bevestigde de uitspraak van de inspecteur. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de griffier, J.L.M. Egberts, was aanwezig bij de uitspraak.