ECLI:NL:GHARN:1996:AA4661
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.E. Haas
- Matthijssen
- F.J.P.M. Haas
- Rechtspraak.nl
Verrekening van Australische bronbelasting met Nederlandse vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 19 april 1996 uitspraak gedaan over een geschil tussen de besloten vennootschap *X B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Grote ondernemingen *P. Het geschil betreft de vraag of de Australische bronbelasting, die is ingehouden op een dividenduitkering van de in Australië gevestigde vennootschap *A Ltd, kan worden verrekend met de door belanghebbende verschuldigde vennootschapsbelasting in Nederland. De belanghebbende verzoekt primair om vermindering van de aanslag vennootschapsbelasting, waarbij rekening wordt gehouden met de Australische bronbelasting, en subsidiair om een andere berekening van het belastbaar bedrag. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de eerdere uitspraak.
Het hof overweegt dat de Australische bronbelasting op grond van artikel 23 van het Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Australië en Nederland niet kan worden verrekend met de vennootschapsbelasting. Daarnaast wordt gesteld dat de bronbelasting niet als kostenpost kan worden meegenomen bij de winstbepaling. De uitspraak van het hof bevestigt dat de door belanghebbende ingediende gronden niet opwegen tegen de geldende belastingregels en dat de aanslag vennootschapsbelasting gehandhaafd blijft. De beslissing is openbaar uitgesproken en afschriften zijn op 19 april 1996 verzonden.
Het hof concludeert dat het beroep van belanghebbende ongegrond is en bevestigt de uitspraak waarvan beroep. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem, met mr. N.E. Haas als voorzitter en mr. Matthijssen en mr. drs. F.J.P.M. Haas als raadsheren.