ECLI:NL:GHARN:1989:AZ1392
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Balkema
- J. Lion
- A. Boerwinkel
- Prof. dr. J. van de Loo
- Drs. J. Jongmans
- Rechtspraak.nl
Vervroegde invrijheidstelling en verpleging van ter beschikking gestelden in het strafrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 december 1989 uitspraak gedaan over de vordering van de procureur-generaal bij het gerechtshof te 's-Gravenhage met betrekking tot de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde. De veroordeelde, die lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, is in afwachting van plaatsing in een justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden. De Minister van Justitie heeft machtiging verleend voor verpleging in een psychiatrisch centrum te 's-Gravenhage op basis van artikel 47 van de Gevangenismaatregel. Het hof oordeelt dat deze omstandigheden een uitstel van de vervroegde invrijheidstelling rechtvaardigen, zoals bedoeld in artikel 15a lid 1 onder a van het Wetboek van Strafrecht. De procureur-generaal is ontvankelijk in zijn vordering, omdat de relevante omstandigheden zich hebben voorgedaan na de aanvang van de dertig-dagentermijn zoals bedoeld in artikel 15a lid 4 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft de vordering van de procureur-generaal gedeeltelijk toegewezen en bepaald dat de veroordeelde niet eerder in vrijheid zal worden gesteld dan op 18 december 1990. De beslissing is gebaseerd op de ernst van de psychische stoornis van de veroordeelde, die regelmatig agressief gedrag vertoont en een grote kans op recidive heeft. Het hof heeft ook overwogen dat de feitelijke plaatsing in de inrichting nog niet heeft plaatsgevonden, maar dat dit niet afdoet aan de noodzaak van verpleging. De uitspraak benadrukt de noodzaak van behandeling van de psychische problematiek van de veroordeelde en de wettelijke termijnen die hierbij in acht moeten worden genomen.