Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode 1 augustus 2017 tot en met 31 oktober 2017 te [plaats] , in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk, zonder vergunning van gedeputeerde-staten van de Provincie Gelderland projecten heeft gerealiseerd en/of andere handelingen heeft verricht, bestaande uit het vellen van een houtopstand, die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied de kwaliteit van de natuurlijke habitats en/of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren en/of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen;
hij in of omstreeks de periode 1 augustus 2017 tot en met 31 oktober 2017 te [plaats] , in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk, een houtopstand geheel of gedeeltelijk heeft geveld en/of heeft doen vellen, anders dan het periodiek vellen van griend- en of hakhout, zonder voorafgaande melding daarvan bij gedeputeerde-staten van de provincie Gelderland.
Bewezenverklaring
of omstreeksde periode 1 augustus 2017 tot en met 31 oktober 2017 te [plaats] , in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met een
(of meer
)ander
(en
),
althans alleen, al dan nietopzettelijk, zonder vergunning van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland
projecten heeft gerealiseerd en/of anderehandelingen heeft verricht, bestaande uit het vellen van een houtopstand, die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied
de kwaliteit van de natuurlijke habitats en/of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren en/ofeen significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.