ECLI:NL:GHARL:2025:8462

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 december 2025
Publicatiedatum
19 december 2025
Zaaknummer
21-001285-25
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake onderzoek TGO Zwitserland met betrekking tot woningovervallen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 december 2025 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van de verdachte, die is aangeklaagd voor zijn vermeende betrokkenheid bij twee woningovervallen in [plaats 1] en [plaats 2]. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, dat op 4 maart 2025 werd uitgesproken. Het hof heeft in dit tussenarrest de verzoeken van de verdediging om getuigen te horen, waaronder [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], beoordeeld. De verdediging stelde dat deze getuigen konden verklaren over de plattegrond van de woning in [plaats 2], die in het kantoor van de verdachte was aangetroffen. Het hof oordeelde echter dat het horen van deze getuigen niet noodzakelijk was voor de verdediging van de verdachte.

Daarnaast heeft de verdediging verzocht om een reclasseringsrapport op te laten maken en om de boordcomputer van de inbeslaggenomen auto van de verdachte uit te lezen. Het hof heeft het verzoek voor het reclasseringsrapport toegewezen, maar het verzoek om de boordcomputer uit te lezen voorwaardelijk toegewezen, afhankelijk van de beschikbaarheid van de gegevens. Het hof heeft ook het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen, waarbij het belang van de strafvordering zwaarder woog dan de persoonlijke belangen van de verdachte. Het hof heeft de zaak geschorst voor een periode van langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden, om de noodzakelijke onderzoekshandelingen te kunnen verrichten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001285-25
Uitspraakdatum van 17 december 2025
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 4 maart 2025 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 08-335866-23 en 08-248641-24, tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1988 in [geboorteplaats] ,
op dit moment verblijvende in P.I. [P.I.]
Het hoger beroep
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel.
Medeverdachten (onderzoek TGO Zwitserland)
De strafzaak tegen de verdachte maakt deel uit van een aantal bij het hof aanhangige strafzaken die verband houden met het onderzoek TGO Zwitserland. Het onderzoek richt zich kort gezegd op de mogelijke betrokkenheid bij twee woningovervallen; in [plaats 1] op 16 oktober 2023 en in [plaats 2] op 12 december 2023. Het gaat in hoger beroep ook om de strafzaken tegen medeverdachten:
  • [medeverdachte 1] (parketnummer: 21-001292-25);
  • [medeverdachte 2] (parketnummer: 21-001288-25);
  • [medeverdachte 3] (parketnummer: 21-001283-25);
  • [medeverdachte 4] (parketnummer: 21-001267-25);
  • [medeverdachte 5] (parketnummer: 21-001097-25).
De verdachte wordt verweten betrokken te zijn geweest bij beide woningovervallen.
Het procesverloop rondom de regiezitting van 3 december 2025
Bij appelschriftuur van 31 maart 2025 heeft de raadsvrouw, mr. J.H. Rump, de grieven tegen het vonnis kenbaar gemaakt en verzocht [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] te horen als getuige.
Op de regiezitting van 3 december 2025 heeft de raadsvrouw aanvullende verzoeken gedaan.
Het hof heeft voorts op de regiezitting kennisgenomen van het standpunt van de advocaat-generaal.
Dit tussenarrest wordt gewezen naar aanleiding van de genoemde regiezitting.
Getuigenverzoeken
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de getuigenverzoeken genoemd in de appelschriftuur op de regiezitting gehandhaafd en aangevoerd dat [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] kunnen verklaren over de vermeende plattegrond van de woning in [plaats 2] die in het kantoor van het bedrijf van de verdachte is aangetroffen. De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat het kantoor van de verdachte niet afgesloten kan worden en dat ook anderen gebruik maakten van het kantoor, ook op momenten dat de verdachte zelf niet aanwezig was. Door en namens de verdachte wordt niet betwist dat het in zijn kantoor gevonden briefje met aantekeningen door de verdachte is gemaakt maar het is niet uitgesloten dat het anderen zijn geweest die de plattegrond hebben gemaakt.
Op de regiezitting is aanvullend verzocht te mogen aansluiten bij de (eventueel) in de strafzaken tegen de medeverdachten toegewezen getuigenverhoren. De raadsvrouw wenst bij deze verhoren aanwezig te zijn, voor het geval de medeverdachten (mogelijk) belastend gaan verklaren over de verdachte.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal heeft het standpunt ingenomen dat de getuigenverzoeken dienen te worden afgewezen, omdat de uitkomst van deze verhoren niet relevant is voor enige door het hof te beantwoorden rechtsvraag.
De advocaat-generaal heeft zich niet verzet tegen het verzoek om eventueel te mogen aansluiten bij de in de zaken tegen de medeverdachten toegewezen getuigenverzoeken.
Oordeel van het hof
Ten aanzien van het horen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] als getuige
Het hof stelt vast dat het verdedigingsbelang van toepassing is, nu de getuigenverzoeken tijdig zijn ingediend.
Uit de motivering van en nadere toelichting op de getuigenverzoeken blijkt dat de getuigen alleen kunnen verklaren dat ook andere personen dan de verdachte toegang hadden tot het kantoor en daar mogelijk gebruik van hebben gemaakt. Aan de getuigenverzoeken is niet ten grondslag gelegd dat één of meer opgegeven getuigen antwoord kunnen geven op de vraag of iemand anders dan de verdachte de door de rechtbank als bewijs gebruikte plattegrond met aantekeningen heeft gemaakt. Het hof is op grond daarvan van oordeel dat de verdachte door het achterwege blijven van het horen van de genoemde personen als getuige redelijkerwijs niet in zijn verdediging wordt geschaad.
Ambtshalve onderzoek
Gelet op de verwevenheid van deze strafzaak, in dit geval de zaken [plaats 1] en [plaats 2] , met de zaken van de medeverdachten zal het hof bepalen dat de in de gelijktijdig aanhangige zaken toegewezen getuigen ook zullen worden gehoord in de strafzaak van verdachte.
Ambtshalve bepaalt het hof daarom dat de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] in deze zaak eveneens als getuige worden gehoord.
Overige verzoeken
Standpunt van de verdediging
Op de regiezitting heeft de raadsvrouw aanvullende verzoeken gedaan, namelijk het laten opmaken van een reclasseringsrapportage en het uitlezen van de boordcomputer van de met de woningoverval in [plaats 1] in verband gebrachte personenauto van de verdachte van het merk Lynk & Co. De raadsvrouw geeft aan dat de auto is teruggegeven aan de leasemaatschappij maar dat de boordcomputer van de auto niet is teruggegeven en mogelijk nog bij de politie ligt. Of de in de boordcomputer opgeslagen reisbewegingen zijn uitgelezen door de politie is niet bekend. Dergelijke gegevens bevinden zich in elk geval niet in het dossier. Met het uitlezen van de boordcomputer kan de stelling van het Openbaar Ministerie dat de verdachte op 16 oktober 2023 met de Lynk & Co ‘rondjes’ door [plaats 1] heeft gereden worden bevestigd maar ook ontkracht. De verdachte betwist de voor hem belastende verklaring van medeverdachte [medeverdachte 4] en op basis van het dossier blijkt niet dat de Lynk & Co in het dossier de auto van de verdachte is, aldus de raadsvrouw.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal heeft zich niet verzet tegen het verzoek tot het laten opmaken van een reclasseringsrapportage. Het uitlezen van de boordcomputer is niet noodzakelijk, omdat uit de camerabeelden en de stills daarvan kan worden opgemaakt dat er die avond in [plaats 1] is gereden met de Lynk & Co en het niet relevant is welk rondje er zou zijn gereden. Dat verzoek moet worden afgewezen.
Oordeel van het hof
Het hof zal deze verzoeken toetsen aan het noodzakelijkheidscriterium, vanwege de aard van de verzoeken en het tijdstip waarop deze zijn gedaan.
Reclasseringsrapportage
Het hof wijst het verzoek tot het laten opmaken van een reclasseringsrapportage ten behoeve van de inhoudelijke behandeling toe.
Boordcomputer
Op dit moment is niet duidelijk of de boordcomputer reeds door de politie is uitgelezen en/of waar de boordcomputer zich nu bevindt. Het hof zal het verzoek daarom voorwaardelijk toewijzen als volgt:
  • Mocht de boordcomputer reeds zijn uitgelezen, dan dienen deze uitleesgegevens alsnog aan het dossier te worden toegevoegd;
  • Zo nee -ervan uitgaande dat de boordcomputer nog wel in het bezit is van de politie- dan moet de boordcomputer alsnog worden uitgelezen en worden de uitleesgegevens toegevoegd aan het dossier.
Indien beide vragen negatief worden beantwoord, dan wenst het hof dit schriftelijk in de vorm van een op te maken aanvullend proces-verbaal bevestigd te krijgen. Eén en ander heeft betrekking op de periode van 16 tot en met 17 oktober 2023.
De voorlopige hechtenis
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft op de regiezitting verzocht de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen. De verdachte heeft financiële problemen door het faillissement van zijn bedrijven als gevolg van zijn detentie. Hij is gemotiveerd om zijn leven een andere draai te geven. De verdachte heeft verschillende certificaten behaald in de gevangenis en inmiddels ook een baan gevonden waar hij aan de slag zou kunnen. De raadsvrouw heeft laten weten dat bij tussenarrest op dit verzoek kan worden beslist.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek omdat de strafvorderlijke belangen zwaarder wegen dan de persoonlijke belangen van de verdachte.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat na afweging van alle betrokken belangen, het maatschappelijk en
strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis zwaarder moet wegen
dan het persoonlijk belang van verdachte bij schorsing daarvan, zodat het verzoek zal worden afgewezen.
Het hof heeft hierbij in het bijzonder mee laten wegen de ernst van de feiten waarvan de verdachte wordt verdacht, de aard van de aan het bevel tot voorlopige hechtenis ten grondslag gelegde gronden (12-jaarsgrond en recidivegrond) en het veroordelend vonnis waarbij aan de verdachte een langdurige gevangenisstraf van achttien jaren is
opgelegd.
BESLISSING
Het hof:
Heropenthet onderzoek.
Bepaalt ambtshalvehet horen van de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] Cervera als getuige.
Verwijstde zaak naar de raadsheer-commissaris belast met de behandeling van strafzaken bij dit hof en stelt de stukken in handen van
de raadsheer-commissarisom als getuigen te horen:
1.
[medeverdachte 1],
geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen);

2.[medeverdachte 2] ,

geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen);

3.[medeverdachte 3] ,

geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ;

4.[medeverdachte 4] ,

geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen);

5.[medeverdachte 5] ,

geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] (Colombia).
Wijst toehet verzoek tot het laten opmaken van een reclasseringsrapportage over de verdachte ten behoeve van de inhoudelijke behandeling van de zaak.
Wijst toehet verzoek om nader onderzoek te laten verrichten naar de gegevens van de boordcomputer van de onder de verdachte inbeslaggenomen personenauto Lynk & Co op de wijze zoals hiervoor is vermeld en daarvan door de politie aanvullend proces-verbaal op te laten maken.
Stelt de stukken in handen van
de advocaat-generaalmet voormeld doel.
Wijst afhet verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis en hetgeen overigens anders of meer is verzocht.
Schorsthet onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden, om de klemmende redenen dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid.
Bepaaltdat het onderzoek wordt voortgezet op een nog te bepalen zitting.
Beveeltdat verdachte wordt opgeroepen tegen het nog te bepalen tijdstip en de raadsvrouw van verdachte en de benadeelde partijen en hun advocaten hierover tijdig worden geïnformeerd.
Beveeltdat de slachtoffers worden opgeroepen tegen het nog te bepalen tijdstip.
Aldus gewezen door
mr. K.J.C. Geeve, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. H. Heins, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. T. Lammerdink, griffier,
en op 17 december 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 17 december 2025.
Tegenwoordig:
mr. K.J.C. Geeve, voorzitter,
mr. G. Nijpels, advocaat-generaal,
mr. G.J.H. van Vliet, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het tussenarrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.