Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- de vrouw te bevelen over te gaan tot overlegging van een afschrift van alle voor de verdeling van de huwelijksgemeenschap van belang zijnde financiële gegevens, waaronder doch niet beperkt tot afschriften van alle (mede) op haar naam staande bankrekeningen (w.o. de bankrekening met nummer [nummer1] en de spaarrekeningen), een en ander over de periode 22 april 2022 tot en met de datum van indiening van het verzoek tot echtscheiding, althans over een ander in goede justitie te bepalen periode, bij gebreke waarvan de man het hof verzoekt te bepalen dat de vrouw ex artikel 3:194 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) haar aandeel in de saldi op de bankrekeningen verbeurt en dat de vrouw gehouden is om ter zake van de verdeling van de huwelijksgemeenschap (w.o. de saldi op de bankrekeningen) aan de man een bedrag te voldoen van € 150.000,-, althans een door het hof te bepalen bedrag;
- de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap voor het overige opnieuw vast te stellen op een wijze die het hof juist en redelijk acht;
- te bepalen dat de vrouw op grond van het bepaalde in artikel 1:164 lid 1 BW aan de man dient te voldoen een bedrag van € 150.000,-, althans een door het hof te bepalen bedrag;
- de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap voor het overige opnieuw vast te stellen op een wijze als het hof juist en redelijk acht;
- te bepalen dat partijen dienen over te gaan tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap op de wijze als weergegeven in het lichaam van dit beroepschrift en nadere van partijen afkomstige stukken, althans de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen vast te stellen, desnoods door de boedelscheiding te bevelen ten overstaan van een door (naar het hof begrijpt:) het hof te benoemen notaris en onzijdige personen, die een eventuele onwillige partij zal vertegenwoordigen;
- de vordering die de man verkrijgt uit hoofde van de verdeling te begroten en de vrouw te veroordelen om dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van echtscheiding, althans met ingang van een in goede justitie te bepalen datum, tot aan die der algehele voldoening, aan de man te voldoen;
5.De motivering van de beslissing
- de inmiddels verkochte woning op Curaçao;
- een aandeel in een stuk grond, gelegen in de Verenigde Staten;
- de inboedel van de voormalige echtelijke woning;
- crypto en bot;
- een auto, merk BMW;
- een auto, merk Mitsubishi;
- banksaldi;
- een bakfiets, merk Urban Arrow;
- vorderingen op de belastingdienst over de jaren 2022 en 2023;
- de hypothecaire lening met betrekking tot de woning op Curaçao;
- creditcardschulden;
- schulden bij de belastingdienst volgens de belastingaanslagen 2022 en 2023.
- de spaarrekening [nummer3] te name van de man;
- de bankrekening ten name van de man en zijn moeder onder nummer [nummer4] bij de
[bank2] ;
- de [naam4] Visacard ten name van de man onder nummer
[nummer5] ;
- de [naam5] Debit Card ten name van de man onder nummer
[nummer6] .
6.De beslissing
- € 744,- ter zake van de OZB;
- € 138,89 ter zake van terugbetaalde subsidie elektrische auto;
- € 208,- ter zake van een aanslag IB 2022 van de vrouw;
- € 57,- ter zake van door de vrouw terugbetaald kindgebonden budget;