Uitspraak
[verdachte] ,
Hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- bevestiging van het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de strafoplegging;
- toepassing van het adolescentenstrafrecht;
- veroordeling van verdachte tot een jeugddetentie van 24 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals die door de rechtbank zijn opgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
- verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18-369816-24 en het primair tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 18-217876-24 veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met daaraan gekoppeld een aantal bijzondere voorwaarden;
- de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] volledig en hoofdelijk toegewezen, deze vermeerderd met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
Oplegging van straf
Wetsartikelen
BESLISSING
20 (twintig) maanden.
5 (vijf) maanden,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.