In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een vader en zijn drie minderjarige kinderen. De vader, die in Nederland als ongewenst vreemdeling is verklaard, woont in het buitenland en heeft verzocht om wijziging van de omgangsregeling die door de rechtbank Noord-Nederland was vastgesteld. De moeder van de kinderen, die met hen in Nederland woont, heeft de kinderen zonder toestemming van de vader naar Nederland gebracht. De kinderen hebben te maken gehad met ernstige signalen van huiselijk geweld en hebben psychologische hulp nodig. Het hof heeft vastgesteld dat er op dit moment geen omgangsregeling meer loopt en dat de GI (gecertificeerde instelling) de regie moet hebben over het opstarten en uitbreiden van de omgangsregeling. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de omgangsregeling voor de duur van de ondertoezichtstelling bij de GI ligt. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, die momenteel in een kwetsbare situatie verkeren. Het hof heeft benadrukt dat er geen onbegeleide omgang kan plaatsvinden totdat er meer duidelijkheid is over de veiligheid en het welzijn van de kinderen.