Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Samen Veilig Midden Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, had de beschikking van de kinderrechter van 18 september 2024 aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verlengd. De vader verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 15 februari 2025, terwijl de GI vroeg om de machtiging te bekrachtigen tot 31 maart 2025. Het hof heeft de feiten en het verloop van de procedure in eerste aanleg in overweging genomen, evenals de argumenten van beide partijen.
De vader heeft zijn zorg voor de kinderen benadrukt en aangegeven dat hij, met de juiste hulp, in staat is om voor alle vier de kinderen te zorgen. Hij heeft zijn inspanningen en verbeteringen in de opvoeding toegelicht, maar het hof oordeelde dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De GI heeft gesteld dat de kinderen behoefte hebben aan een voorspelbare opvoeding en dat de vader nog grote stappen moet zetten in zijn opvoedkwaliteiten. Het hof heeft vastgesteld dat de vader leerbaar is en positieve ontwikkelingen heeft laten zien, maar dat intensieve begeleiding nog steeds noodzakelijk is.
Uiteindelijk heeft het hof besloten de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, omdat de continuïteit en veiligheid van de verzorging van de kinderen nog niet voldoende gewaarborgd zijn. Het hof heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en geconcludeerd dat de bevindingen van het lopende 2Thepoint-traject moeten worden afgewacht voordat een (vervroegde) thuisplaatsing kan worden overwogen.