In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2015. De kinderrechter in de rechtbank Gelderland had eerder een machtiging verleend om de minderjarige uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De moeder van de minderjarige was het niet eens met deze beslissing en verzocht het hof om de minderjarige bij haar moeder (de oma) te plaatsen. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen. Het hof oordeelde dat een verzoek tot uithuisplaatsing niet door een ouder kan worden gedaan, maar enkel door de gecertificeerde instelling, de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie. Het hof benadrukte dat de rechter gebonden is aan de categorie waarvoor de machtiging tot uithuisplaatsing wordt verzocht en dat de kinderrechter niet de bevoegdheid heeft om de door de GI verzochte categorie te wijzigen. De beslissing van het hof houdt in dat de huidige uithuisplaatsing in een jeugdhulpaanbieder gehandhaafd blijft, en dat er geen aanleiding is voor een verdere inhoudelijke behandeling van de grieven van de moeder.