TBS P25/133
Beslissing van 30 september 2025
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van het openbaar ministerie in de zaak tegen
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
verblijvende in P.I. [locatie 1] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is door het Openbaar Ministerie ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 25 februari 2025. Deze beslissing houdt in de afwijzing van de vordering dat
de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd en de verlenging
van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren.
Het hoger beroep is voor het eerst behandeld op de terechtzitting van dit hof van 21 augustus 2025.
Bij tussenbeslissing van 4 september 2025 heeft het hof het onderzoek heropend en vervolgens geschorst voor onbepaalde tijd. Daarbij heeft het hof overwogen dat de terbeschikkingstelling, bij gelijkblijvend gedrag en gelijkblijvende omstandigheden van de terbeschikkinggestelde, zou kunnen worden voortgezet in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Uit de informatie van de reclassering was bovendien gebleken dat de terbeschikkinggestelde was geaccepteerd bij Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) [locatie 2] , maar het was nog niet duidelijk op welke termijn de terbeschikkinggestelde daar terecht kon om binnen het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden zijn klinische behandeling te starten. Het hof heeft de advocaat-generaal daarom opdracht gegeven om, wanneer er nieuwe informatie is over de mogelijkheid voor de opname van de terbeschikkinggestelde in de FPK [locatie 2] of een andere soortgelijke instelling (of een zorginstelling ter overbrugging van de wachttijd voor plaatsing in die FPK), die informatie te verstrekken aan het hof.
Het hof heeft ter zitting van 25 september 2025 gehoord de advocaat-generaal,
mr. H.J. Lambers, en, middels een videoverbinding, de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn advocaat, mr. W.R. Jonk, advocaat te Amsterdam.
Verder heeft het hof, middels een videoverbinding, ter zitting gehoord [reclasseringswerker] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- de tussenbeslissing van dit hof van 4 september 2025 en de daarin genoemde stukken;
- de e-mailberichten van de reclassering van 18 september 2025 en 23 september 2025.
Het oordeel van het hof
Uit de e-mailberichten van de reclassering van 18 september 2025 en 23 september 2025, bevestigd door de deskundige ter zitting, volgt dat de terbeschikkinggestelde per 30 september 2025 in de FPK [locatie 2] te [plaats] kan worden geplaatst. De terbeschikkinggestelde heeft zich ter zitting bereid verklaard mee te werken aan de opname in FPK [locatie 2] , en ook aan de overige voorwaarden die zijn verbonden aan de maatregel.
Het hof is gelet op het voorgaande, met de advocaat-generaal en advocaat, van oordeel dat de vordering tot het alsnog geven van een bevel tot verpleging van overheidswege, kan worden afgewezen.
Voorts hebben zowel de advocaat-generaal als de advocaat – gezien de nog te verwachten behandelduur en de laatste expiratiedatum – ingestemd met een verlenging van twee jaar.
De beslissing van de rechtbank zal om proceseconomische redenen worden vernietigd.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 25 februari 2025 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde,
[terbeschikkinggestelde] .
Wijst afde vordering van de officier van justitie van 24 juni 2024 tot het alsnog geven van een bevel tot verpleging van overheidswege.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Wijzigtde aan de terbeschikkinggestelde opgelegde voorwaarden, zoals opgenomen in het arrest van het gerechtshof Den Haag, van 2 september 2021 en gewijzigd bij beslissing van de rechtbank Den Haag van 9 april 2024, in die zin dat deze als volgt komen te luiden: