[slachtoffer 1] heeft in zijn verklaring van 5 december 2023 om 23.50 uur verklaard dat het allemaal erg snel ging. Hij kan de mannen beschrijven als in het zwart of donker gekleed, 170-175 cm lang en dat het Arabische jongens waren. Hij kende de drie jongens niet, maar [slachtoffer 2] kon volgens [slachtoffer 1] de jongens wel herkennen.
[slachtoffer 2] heeft in zijn verklaring van 6 december 2023 om 00.40 uur verklaard dat hij eerst alleen naar de beveiliging is gegaan en dat de beveiliging richting zijn kamer is gelopen. De mannen waren al weg. Daarop is [slachtoffer 1] ook naar de receptie gegaan en zijn [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] samen met de beveiliging weer richting de woning van [slachtoffer 2] gelopen. Onderweg kwamen ze een man tegen die [slachtoffer 2] herkende als de man die hem meerdere keren gestoken heeft, waarop de man door de beveiliging is meegenomen naar de receptie. In deze verklaring worden door [slachtoffer 2] geen kenmerken van de dader genoemd.
In het proces-verbaal van het verhoor van [getuige] , beveiliger bij het asielzoekerscentrum te [plaats] , van 11 december 2023 is niet nader beschreven hoe het aanwijzen van verdachte door aangevers in zijn werk is gegaan en op basis van welke kenmerken of omstandigheden verdachte door aangevers is herkend. [getuige] heeft enkel verklaard dat twee mannen naar de ontvangstruimte kwamen en zij op verzoek van één van de mannen, degene met een bebloed hoofd, zijn meegelopen naar hun woonunit en dat beide mannen onderweg de man hebben aangewezen die gestoken had. Waarom juist deze persoon door aangevers is aangewezen blijkt niet uit de verklaring van [getuige] , noch wat de uiterlijke kenmerken van deze persoon waren. Ook blijkt niet uit de verklaring van de omstandigheden ter plaatse, bijvoorbeeld of er nog meer mensen aanwezig waren onderweg en wat de reactie van aangevers was toen ze deze man zagen.
Een nadere duiding van het signalement van de dader vindt pas plaats tijdens de aanvullende verhoren van aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] op 17 december 2023. [slachtoffer 2] verklaart dat de man die hem gestoken heeft, grote ogen had en dat het een lange dunne man was. [slachtoffer 2] kent de man aan de manier van praten, maar weet niet hoe de man heet of waar hij verblijft. [slachtoffer 2] verklaart verder dat hij de man die de telefoon van [slachtoffer 1] heeft afgepakt wel kent, maar niet de man die hem gestoken heeft. Hij heeft de man die hem gestoken heeft, nooit eerder gezien. [slachtoffer 2] kan evenwel niet aangeven welke kleding de man gedragen heeft, enkel dat hij een petje droeg. Het hof acht in dit kader van belang dat [slachtoffer 2] nog met verdachte heeft gesproken, kort nadat verdachte door de politie op het asielzoekerscentrum was aangehouden.
[slachtoffer 1] verklaart eerst over kenmerken van de man die gestoken heeft, waaronder het dragen van een witte pet en een blauwkleurige sweater, om vervolgens te verklaren dat hij de man die [slachtoffer 2] gestoken heeft, heeft gezien, maar ook dat hij die man eigenlijk niet goed heeft gezien en dat hij eigenlijk niet goed heeft opgelet hoe de man er uit zag. Ook verklaart [slachtoffer 1] dat het licht in de kamer uit was.