ECLI:NL:GHARL:2025:6451

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 oktober 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
21-001030-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens (medeplegen van) witwassen zonder bewijs van wetenschap van misdrijf

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van witwassen en kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden en een taakstraf. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting op 30 september 2025 heeft het hof de zaak onderzocht, waarbij de advocaat-generaal de bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De verdachte en haar raadsman, mr. J.A. Schadd, hebben hun verweer gevoerd. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte wetenschap had van de criminele oorsprong van de geldbedragen die zij heeft ontvangen en besteed. De verdachte verklaarde dat zij dacht dat haar partner zijn geld op legale wijze verdiende. De tapgesprekken die in het dossier zijn opgenomen, bieden onvoldoende bewijs om haar betrokkenheid bij het witwassen te bevestigen. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001030-24
Uitspraak van 14 oktober 2025
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 29 februari 2024 met parketnummer 05-014701-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
wonende te [woonadres] .

Het hoger beroep

Verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 september 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. J.A. Schadd, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte veroordeeld voor het medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd, tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf voor de duur van tweehonderdveertig uren, subsidiair honderdtwintig dagen hechtenis.
Het hof verenigt zich niet met de beslissing waarvan beroep zodat die behoort te worden vernietigd. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op één of meerdere tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 15 november 2019,
te
- [plaats] , gemeente [gemeente] en/of
- [plaats] en/of
- [plaats] en/of
- [plaats] , gemeente [gemeente] en/of
- (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen,
één of meer geldbedragen, tot een totaal van (ongeveer) €263.201,-, waaronder
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €10.720,- (contant gestort op bankrekening [rekeningnummer] ten name van [naam] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) ongeveer €25.500,- (contant gestort op bankrekening [rekeningnummer] ten name van [verdachte] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €75.350,- (besteedt aan de huur van zijn/hun woning gelegen aan de [adres] te [plaats] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €28.000,- (besteedt aan zijn/hun levensonderhoud) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €17.546,83 (besteedt aan reizen) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €21.059,30 (besteedt aan de aanschaf en/of het onderhoud van auto's en/of motoren) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €4.296,05 (besteedt aan (stallings)kosten voor een of meer paarden) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €9.695,- (besteedt aan de betaling van een of meer openstaande boetes) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €2.219,50 (besteedt aan een scooter en/of een mountainbike/fiets) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €4.400,- (besteedt aan laminaat) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €35.416,- (besteedt aan contante privéstortingen op rekening van [naam bedrijf] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €1.901,- (besteedt aan één meer belasting(na)heffingen) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €4.312,20 (besteedt aan contante privéstortingen op rekening van [naam bedrijf] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €7.000,- (besteedt aan kosten voor één of vaartuigen) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €16.170,07 (bestaande uit aan een groot aantal (andere) contante uitgaven) en/of
en/of
één of meer goederen, waaronder:
* een personenauto (merk BMW, type X5, kenteken [kenteken] ) en/of,
* een personenauto (merk BMW, type 3-serie cabriolet, kenteken [kenteken] ) en/of
* een bromfiets/scooter (merk Vespa, kenteken [kenteken] ) en/of
* een mountainbike/fiets (merk Focus) en/of
* een waterscooter (merk Sea-Doo, kenteken [kenteken] )
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of
van voorwerpen, te weten
één of meer geldbedragen, tot een totaal van (ongeveer) €263.201,-, waaronder
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €10.720,- (contant gestort op bankrekening [rekeningnummer] ten name van [naam] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) ongeveer €25.500,- (contant gestort op bankrekening [rekeningnummer] ten name van [verdachte] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €75.350,- (besteedt aan de huur van zijn/hun woning gelegen aan de [adres] te [plaats] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €28.000,- (besteedt aan zijn/hun levensonderhoud) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €17.546,83 (besteedt aan reizen) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €21.059,30 (besteedt aan de aanschaf en/of het onderhoud van auto's en/of motoren) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €4.296,05 (besteedt aan (stallings)kosten voor een of meer paarden) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €9.695,- (besteedt aan de betaling van een of meer openstaande boetes) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €2.219,50 (besteedt aan een scooter en/of een mountainbike/fiets) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €4.400,- (besteedt aan laminaat) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €35.416,- (besteedt aan contante privéstortingen op rekening van [naam bedrijf] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €1.901,- (besteedt aan één meer belasting(na)heffingen) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €4.312,20 (besteedt aan contante privéstortingen op rekening van [naam bedrijf] ) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €7.000,- (besteedt aan kosten voor één of vaartuigen) en/of
* een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) €16.170,07 (bestaande uit aan een groot aantal (andere) contante uitgaven) en/of
en/of
één of meer goederen, waaronder:
* een personenauto (merk BMW, type X5, kenteken [kenteken] ) en/of
* een personenauto (merk BMW, type 3-serie cabriolet, kenteken [kenteken] ) en/of
* een bromfiets/scooter (merk Vespa, kenteken [kenteken] ) en/of
* een mountainbike/fiets (merk Focus) en/of
* een waterscooter (merk Sea-Doo, kenteken [kenteken] )
gebruik gemaakt, terwijl zij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – (mede) afkomstig waren uit enig misdrijf.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet buiten redelijke twijfel vast te stellen dat verdachte wetenschap heeft gehad dat het (aan voorwerpen, maar ook aan vakanties en maandelijkse kosten, zoals huur en stallingsgelden uitgegeven) geld van enig misdrijf afkomstig was. Verdachte heeft op de terechtzitting in hoger beroep verklaard dat zij niet beter wist dan dat haar toenmalige partner zijn geld verdiende in de autohandel en met zijn bouwonderneming en dat hij (veelal contant) geld heeft ingebracht in de gemeenschappelijke huishouding. Zij heeft onder meer verklaard dat zij geen vraagtekens had bij de uitgaven die haar voormalige partner had en ervan uitging dat hij verplichtingen zoals huurbetalingen en kosten voor het paard en de pony voldeed. Zij brengt naar voren dat zij geen idee had wat de inkomenssituatie van haar toenmalige partner was.
Uit de tapgesprekken van de dagen net na de tenlastegelegde periode die zich in het dossier bevinden zou kunnen worden afgeleid dat verdachte mogelijk wel wetenschap heeft gehad van crimineel handelen van haar toenmalige partner en dat zij rekening hield met het feit dat hij wel eens opgepakt zou kunnen worden, maar de inhoud van die tapgesprekken is te impliciet en niet voor eenduidige uitleg vatbaar. De uitleg van verdachte dat de gesprekken onder meer zien op het grote aantal boetes dat hij kreeg en die ook in een overzicht in het dossier zijn opgenomen, en haar stelling van niets te hebben geweten, kan niet door de wettige bewijsmiddelen worden weerlegd.
Het hof is gelet op het voorgaande en op het ontbreken van voldoende ander belastend bewijs tegen verdachte van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is verkregen voor de betrokkenheid van verdachte bij het witwassen, zodat zij daarvan behoort te worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:

Verklaart niet bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en
spreekthaar daarvan
vrij.
Aldus gewezen door
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. J. Steenbrink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 14 oktober 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 14 oktober 2025.
mr. Th.C.M. Willemse, voorzitter,
mr. V.T.R.W. van Thiel, advocaat-generaal,
mr. M.J. van de Ruitenbeek, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
Verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.