In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 2002, was betrokken bij een openlijke geweldpleging op 24 februari 2023, waarbij hij samen met zijn broer en vader geweld heeft gepleegd tegen zijn oom. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 80 uren. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een taakstraf van 80 uren geëist, waarvan 40 uren voorwaardelijk, en een schadevergoeding van € 1.000,00 aan de benadeelde partij.
Tijdens de zitting heeft de raadsvrouw van de verdachte een beroep op noodweer gedaan, stellende dat de verdachte handelde uit zelfverdediging. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van noodzakelijke verdediging, omdat de situatie was geëscaleerd en de verdachte en zijn medeverdachten het geweld hadden voortgezet nadat de aanvankelijke bedreiging was opgehouden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit hebben overschreden.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij het hof de verdachte hoofdelijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schadevergoeding van € 1.000,00. De beslissing van het hof benadrukt de ernst van openlijke geweldpleging en de impact daarvan op de samenleving.