Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
- het vonnis van de rechtbank zal vernietigen;
- de verdachte ter zake van de onder 1 primair en 2 aan hem ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van de periode die de verdachte heeft doorgebracht in voorarrest;
- zal opleggen de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: TBS);
- zal opleggen de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking (hierna: GVM);
- het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering na voorwaardelijke veroordeling met het parketnummer 05-131692-22;
- de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling met de parketnummers
- de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels zal toewijzen, tot een bedrag van € 2.500,- ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen;
- ter zake van de onder de verdachte in beslag genomen kleding - een jas, schoenen, een broek en een vest - de teruggave aan de verdachte zal gelasten.
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte ter zake van de onder 1 primair en 2 aan hem ten laste gelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van de periode die de verdachte heeft doorgebracht in voorarrest;
- TBS opgelegd;
- de GVM opgelegd;
- het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering na voorwaardelijke veroordeling met het parketnummer 05-131692-22;
- de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling met de parketnummers
- de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij deels toegewezen, tot een bedrag van € 2.500,- ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, en de schadevergoedingsmaatregel opgelegd;
- de vordering van de benadeelde partij voor het overige afgewezen;
- ter zake van de onder de verdachte in beslag genomen kleding - een jas, schoenen, een broek en een vest - de teruggave aan de verdachte gelast.
De tenlastelegging
hij, op of omstreeks 10 maart 2024 te [plaats 1] , [gemeente] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [slachtoffer] met gebalde vuisten op/tegen haar rug te slaan en/of (vervolgens) (toen zij op haar zij op bed was gerold) op haar in te slaan;
hij, op of omstreeks 10 maart 2024 te (cellencomplex) [plaats 2] , althans in Nederland, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55e lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, gedaan door (een) ambtena(a)r(en), te weten, de officier van justitie [naam 1] en/of [naam 2] (werkzaam als agent bij de Eenheid [locatie 2] ), belast met de uitoefening van enig toezicht en/of belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtena(a)r(en) hem had bevolen of van hem had gevorderd zijn medewerking te verlenen aan het bloedonderzoek, hieraan geen gevolg te geven;
erg veel pijnvoelt. In datzelfde proces-verbaal merkt de verbalisant op, dat [slachtoffer] dusdanig gewond was aan het gelaat dat zij direct door de ambulance overgebracht ging worden naar het ziekenhuis, zodat het niet mogelijk was om een volledige verklaring van haar op te nemen.
pogingtot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bewezen kan worden en derhalve om de vraag of zwaar lichamelijk letsel veroorzaakt
kon zijn, niet om de vraag of zwaar lichamelijk letsel veroorzaakt
is.
Bewezenverklaring
hij op 10 maart 2024 te [plaats 1] , [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
hij op 10 maart 2024 te [plaats 2] , in het cellencomplex, opzettelijk niet heeft voldaan aan een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55e lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, gedaan door een ambtenaar, te weten, [naam 2] , werkzaam als agent bij de Eenheid [locatie 2] , en opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, krachtens dat wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar, te weten de officier van justitie [naam 1] , belast met het opsporen en onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaren hem hadden gevorderd respectievelijk bevolen zijn medewerking te verlenen aan het bloedonderzoek, hieraan geen gevolg te geven.
Strafbaarheid van de bewezen verklaarde feiten
Strafbaarheid van de verdachte
bij de verdachte sprake is van zwakbegaafdheid, een persoonlijkheidsstoornis, en van een stoornis in het gebruik van diverse middelen. Door het gebruik van deze middelen kan de verdachte ook psychotisch raken. Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde handelen, met dien verstande dat het niet zeker is dat hij toen psychotisch was, en hebben zijn gedragskeuzes en gedragingen beïnvloed, waardoor het ten laste gelegde handelen van de verdachte hem verminderd toe te rekenen is, aldus [psychiater] .
Daarnaast is tevens sprake van een stoornis in het gebruik van een stimulantium, naast een psychotische stoornis, en óók van zwakbegaafdheid, met beperkte adaptieve vaardigheden.
Deze stoornissen waren aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde handelen en hebben zijn gedragskeuzes en gedragingen beïnvloed waardoor het ten laste gelegde handelen van de verdachte hem verminderd toe te rekenen is, aldus [GZ-psycholoog] .
Oplegging van straf en maatregel
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte door het bewezen verklaarde geweldsdelict een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] en haar veel pijn en veel letsel heeft toegebracht;
- de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht ter zake van mishandeling;
- de omstandigheid dat de verdachte, door niet aan een vordering van een opsporingsambtenaar, strekkende tot medewerking van de verdachte aan een bloedonderzoek, en een bevel van een officier van justitie, strekkende tot die medewerking, te voldoen, het gezag van die opsporingsambtenaar en die officier van justitie heeft aangetast.
In beslag genomen voorwerpen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
- het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 6 september 2022, parketnummer 05-131692-22;
- het arrest van dit gerechtshof van 5 oktober 2023, parketnummer 21-000214-23;
- het arrest van dit gerechtshof van 13 april 2023, parketnummer 21-003597-22.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.