ECLI:NL:GHARL:2025:5875
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake curatele en verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de curatele van verzoeker, geboren in 1989. Verzoeker was onder curatele gesteld door de kantonrechter vanwege zijn geestelijke of lichamelijke toestand. Hij verzocht om opheffing van de curatele en ontslag van de curator, met de mogelijkheid om in plaats daarvan onder bewind te worden gesteld. De kantonrechter had eerder, op 7 november 2024, de verzoeken van verzoeker afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 augustus 2025 waren verzoeker, zijn advocaat, de moeder, de vader, de zus en vertegenwoordigers van de curator aanwezig. Verzoeker stelde dat hij zijn levensstijl had veranderd en geen schulden meer had, en dat de curatele een te zware maatregel voor hem was. De curator daarentegen betoogde dat de curatele nog steeds noodzakelijk was, gezien de kwetsbaarheid van verzoeker en zijn eerdere problemen met het nemen van verantwoorde beslissingen.
Het hof oordeelde dat de noodzaak van de curatele nog steeds bestond. Het hof vond dat verzoeker niet voldoende had onderbouwd dat de omstandigheden die tot de curatele hadden geleid, niet langer aanwezig waren. De enkele stelling van verzoeker dat hij zelfstandig kon functioneren, was onvoldoende. Het hof bevestigde de beschikking van de kantonrechter, waardoor de curatele bleef bestaan, en wees de verzoeken van verzoeker af.