ECLI:NL:GHARL:2025:5738

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 september 2025
Publicatiedatum
19 september 2025
Zaaknummer
21-006061-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis en vrijspraak in zedenzaken met betrekking tot seksuele handelingen en bewijsvoering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor verkrachting en ontuchtige handelingen met een slachtoffer dat verstandelijk beperkt is. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde. Het hof oordeelde dat er onvoldoende steunbewijs was voor de beschuldigingen, met name omdat de verklaringen van het slachtoffer niet konden worden onderbouwd door ander bewijs. De verdachte ontkende de beschuldigingen en het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte integraal werd vrijgesproken van het tenlastegelegde handelen. Het hof gelastte ook de bewaring van in beslag genomen voorwerpen, maar zag geen reden voor verbeurdverklaring. De uitspraak benadrukt de noodzaak van steunbewijs in zedenzaken, waar vaak slechts twee personen bij betrokken zijn.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006061-23
Uitspraak d.d.: 4 september 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 15 december 2023 met parketnummer 16-059299-22 in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
wonende te [adres]

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 21 augustus 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S.G.H. Langeweg, en de advocaat van de benadeelde partij, mr. F.A. ten Berge, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft de verdachte voor de verkrachting van [benadeelde] op 27 augustus 2019 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met een voorwaardelijk gedeelte van zes maanden, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast is aan de verdachte een dadelijk uitvoerbare vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, inhoudende een contactverbod met het slachtoffer [benadeelde] en haar (voormalig) mentor [naam]
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 31 augustus 2019 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte (meermalen), althans eenmaal:
- zijn geslachtsdeel en/of (een) vinger(s) in de vagina en/of anus van die [benadeelde] gebracht, gedaan en/of gehouden en/of
- de borsten van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn geslachtdeel in de mond van die [benadeelde] gebracht, gehouden en/of gestopt en/of - de vagina en/of tussen de schaamlippen, althans de schaamstreek van die [benadeelde] gelikt, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte,
- heeft doen voorkomen die [benadeelde] therapeutische hulp aan te bieden en/of
- een vertrouwensrelatie met die [benadeelde] heeft opgebouwd, althans doen ontstaan, en/of
- misbruik, of in ieder geval gebruik, heeft gemaakt van de verstandelijke beperking van die [benadeelde] , die bang was en/of haar wil niet duidelijk en/of ondubbelzinnig kan kenbaar maken en/of
- zich meermalen, in elk geval eenmaal, verbaal en non verbaal op agressieve en/of boze en/of opdringerige en/of dominante wijze jegens die [benadeelde] heeft geuit en/of gedragen en/of
- meermalen, in elk geval eenmaal, is doorgegaan, in elk geval niet is gestopt, met het verrichten van seksuele handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , ondanks (meerdere en op verschillende momenten) verbale uitingen, zoals “Nee” en/of “Niet doen” en/of “Au”, in elk geval woorden van die strekking, en/of non verbale uitingen, van die [benadeelde] , waaruit (ondubbelzinnig) bleek dat die [benadeelde] die seksuele handelingen niet (meer/verder) wilde ondergaan en/of verrichten, in elk geval dat het de wil van die [benadeelde] was dat die seksuele handelingen zouden stoppen, in ieder geval niet (langer) door zouden gaan en/of
- die [benadeelde] in een door hem, verdachte, gecontroleerde situatie en/of een afhankelijke positie heeft gebracht en/of gehouden en/of
- een feitelijk en/of geestelijk en/of fysiek overwicht op die [benadeelde] heeft gehad (gezien de verstandelijke beperking van die [benadeelde] ) en/of daar misbruik, of in ieder geval gebruik, van heeft gemaakt en/of
- ( aldus) een zodanige psychische druk heeft doen opleveren, in elk geval heeft doen ontstaan, dat die [benadeelde] geen, in elk geval onvoldoende, weerstand kon bieden, in ieder geval een situatie heef doen ontstaan waarin die [benadeelde] hem, verdachte, niet kon weerhouden van de door hem, verdachte, (hiervoor beschreven) handelingen en/of hier tegen geen, in elk geval onvoldoende, verzet kon bieden en/of zich hieraan niet kon onttrekken;
subsidiair:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 31 augustus 2019 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) met [benadeelde] van wie hij, verdachte, wist dat die [benadeelde] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [benadeelde] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of (een) vinger(s) in de vagina en/of anus van die [benadeelde] gebracht, gedaan en/of gehouden en/of
- de borsten van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- zijn geslachtdeel in de mond van die [benadeelde] gebracht, gehouden en/of gestopt en/of - de vagina en/of tussen de schaamlippen, althans de schaamstreek van die [benadeelde] gelikt;
meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 31 augustus 2019 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) met [benadeelde] , van wie hij, verdachte, wist dat die [benadeelde] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [benadeelde] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of (een) vinger(s) tegen/op de vagina, althans de schaamstreek en/of anus van die [benadeelde] gedaan en/of gehouden en/of
- de borsten van die [benadeelde] betast en/of aangeraakt en/of
- de vagina en/of (op) de schaamlippen, althans de schaamstreek van die [benadeelde] gelikt.

Vrijspraak

Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft bewezenverklaring gevorderd van de primair tenlastegelegde verkrachting meermalen gepleegd in de periode van 1 april 2019 tot en met 27 augustus 2019.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de verdachte heeft op de daartoe in haar pleitnota aangegeven gronden integrale vrijspraak bepleit.
Het oordeel van het hof
Het hof stelt voorop dat zedenzaken zich vaak kenmerken door de omstandigheid dat slechts twee personen aanwezig waren bij het tenlastegelegde, het vermeende slachtoffer en de vermeende dader.
Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan niet uitsluitend worden aangenomen op één verklaring. Voor een bewezenverklaring dient sprake te zijn van steunbewijs, afkomstig van een andere bron dan het vermeende slachtoffer.
Het primair en subsidiair tenlastegelegde – seksueel binnendringen
De verklaringen van [benadeelde] (hierna: [benadeelde] ) komen – samengevat – op het volgende neer:
De verdachte, een jeugdvriend uit het verleden, komt in april 2019 in het zelfde flatgebouw als waar [benadeelde] woont te wonen. Aanvankelijk wordt [benadeelde] verliefd op de verdachte en heeft zij met haar instemming seks met hem. Dit veranderde toen hij meerdere keren per dag seks met haar wilde hebben, soms ook op plekken buitenshuis, en ze samen met de verdachte seksfilmpjes moest kijken. Verdachte zou boos/agressief reageren als zij aangaf niet te willen. Zij heeft vervolgens seksuele handelingen verricht en ondergaan tegen haar wil.
De verdachte ontkent stellig dat er seksuele handelingen tussen hem en [benadeelde] hebben plaatsgevonden.
[benadeelde] heeft tijdens het gesprek met medewerkers van Veilig Thuis op dinsdag 27 augustus 2019 verteld dat zij diezelfde dag in de ochtend, rond 08:30 uur, voor het laatst seks heeft gehad met de verdachte. Zij geeft aan dat er toen geen condoom is gebruikt, dat zij verdachte heeft gepijpt, dat verdachte aan haar vagina heeft gelikt en dat hij in haar vagina is klaar gekomen. Ook de avond daarvoor (het hof begrijpt: maandag 26 augustus 2019) heeft [benadeelde] volgens haar verklaring (afgelegd op woensdag 28 augustus om 15:25 uur) seks gehad met verdachte. Daarbij geeft [benadeelde] aan dat ze maandagavond, voor de seks met verdachte, voor het laatst heeft gedoucht.
Vanwege de aanwezigheid van mogelijke sporen is op dinsdag 27 augustus 2019 om 19:00 uur forensisch onderzoek aan het lichaam van [benadeelde] verricht. Uit het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) blijkt dat op de buitenste schaamlippen DNA is aangetroffen dat matcht met het DNA van verdachte. Het is niet mogelijk aan te geven uit welk type celmateriaal dit DNA is verkregen; er zijn aanwijzingen voor aanwezigheid van speeksel en spermavloeistof, maar de daadwerkelijke aanwezigheid hiervan is niet vastgesteld
Het hof is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat in de onderhavige zaak het aantreffen van DNA van de verdachte op de buitenste schaamlippen van [benadeelde] geen afdoende steunbewijs is voor het seksueel binnendringen van het lichaam van [benadeelde] door verdachte. Diep vaginaal en ook overigens wordt geen DNA van een andere persoon dan [benadeelde] aangetroffen. Dit zou men wel verwachten bij een onderzoek dat dezelfde dag plaatsvindt, nadat onbeschermde seks heeft plaatsgevonden waarbij de man in de vagina van de vrouw klaarkomt en de vrouw niet heeft gedoucht.
In het dossier is ook overigens geen bewijs aanwezig die de verklaring van [benadeelde] steunt dat sprake zou zijn van penetratie.
Het hof zal de verdachte vrijspreken van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
Het meer subsidiair tenlastegelegde – ontucht met een onmachtige
Voor het meer subsidiair tenlastegelegde moet onder andere bewezen kunnen worden dat [benadeelde] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel leed aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil omtrent het ondergaan/uitvoeren van de ontuchtige handelingen te bepalen, kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Daarnaast moet verdachte hiervan wetenschap hebben gehad.
Uit het dossier blijkt niet van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht aan de zijde van [benadeelde]
Uit het dossier blijkt dat zowel bij [benadeelde] als bij verdachte sprake was van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
De toenmalige mentor van [benadeelde] , [naam] , heeft verklaard dat [benadeelde] verstandelijk beperkt is en lijdt aan autisme. [benadeelde] zou een laag EQ en IQ hebben. [benadeelde] woonde ten tijde van het tenlastegelegde al wel bijna 20 jaar zelfstandig, maar met de nodige ambulante begeleiding. Zij had onder andere een bewindvoerder, een mentor en begeleiding van de [instantie]
[benadeelde] heeft over haar omgang met verdachte – haar jeugdvriend – tegenover de politie onder meer verklaard dat zij het niet eens was met het advies van [instantie] om aan verdachte geen privézaken te vertellen. Zij beschouwde de begeleiding van [instantie] sowieso als beperkend, en heeft op enig moment de begeleiding door [instantie] stop gezet.
[benadeelde] heeft ook verklaard dat zij in het begin verliefd was op verdachte. Het zoenen en de seks waren in het begin prettig en leuk. Als zij de seks niet wilde, dan zei zij dit tegen de verdachte. Hij werd dan wel boos. Bij de laatste keer seks heeft zij tegen verdachte gezegd dat zij niet meer wilde dat hij haar likte. Verdachte is toen gestopt. Verdachte heeft niet de sleutel van haar woning, maar zij wel de sleutel van zijn woning.
[naam] heeft, voor zover hier relevant, over [benadeelde] verder nog verklaard dat zij heel wisselvallig is in haar mening en verbaal best goed is. De mentor weet niet of mensen die [benadeelde] niet kennen, zullen herkennen dat zij een beperking heeft. Zij kan het niet zien als [benadeelde] liegt; [benadeelde] kan goed liegen. [benadeelde] heeft eerder iemand beschuldigd van seksueel misbruik. Na onderzoek door de zorginstelling bleek dit niet waar te zijn. Volgens [benadeelde] zou verdachte haar een keer geslagen hebben, waardoor zij een blauwe plek zou hebben opgelopen. Zij had een foto van het gestelde letsel aan haar mentor gegeven. Tweeëneenhalf jaar later heeft [benadeelde] aan [naam] opgebiecht dat zij zelf de blauwe plek met make-up heeft gemaakt.
Gelet op de hiervoor beschreven feiten en omstandigheden kan het hof niet boven redelijke twijfel vaststellen dat [benadeelde] door haar gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens niet of onvolkomen in staat was haar wil omtrent het ondergaan/uitvoeren van ontuchtige handelingen te bepalen, kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden en evenmin of verdachte zodanige wetenschap hiervan had. Het hof zal verdachte om die reden vrijspreken van het meer subsidiair tenlastegelegde.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 16.886,25. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 10.119,98. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt integraal vrijgesproken van het tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

Beslag

Op een fust (beslaglijst nummer G63210360) ligt beslag. Het hof ziet geen grond voor verbeurd verklaren of onttrekken aan het verkeer van het fust. Het hof zal bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Heft ophet door de rechtbank gegeven bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van de door de rechtbank opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met het slachtoffer [benadeelde] en haar (voormalig) mentor [naam]
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- fust (G3210360).

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. J. Steenbrink, voorzitter,
mr. A.B.A.P.M. Ficq en mr. M. Zwartjes, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Klein, griffier,
en op 4 september 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.B.A.P.M. Ficq is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 4 september 2025.
Tegenwoordig:
mr. TH.C.M. Willemse, voorzitter,
mr. E. Stevens, advocaat-generaal,
mr. L. Jansen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.